Uw Indisch verhaal, hoorspel of luisterboek op Internet.

http://www.semarang.nl/verhaal/

Gouden handdruk 2 (Verschuren, Naomi)

Lees voor
Door: E.P.J. Oltmans
(Dit verhaal is keer voorgelezen)


Later kreeg men een put voor regenwater maar als het 's zomers een beetje lang droog bleef moest men weer terug naar de sloot om water te halen. Het warme eten bestond grotendeels uit patatten en als er boterhammen werden gesneden dan vochten ze om de dikste. Af en toe vijf haren om met zijn allen te delen en alleen na het slachten kreeg men wat ruimer vlees, voor zover dit tenminste niet gedroogd of gepekeld werd.
Soms kon moeder Verschuren bij 'nonkel' Weegenhausen, die klompenmaker was, en paar klompen op de kop tikken waaraan fouten kleefden en die toch niet verkocht konden worden. Zo weet Kees zich nog te herinneren dat hij als kind bijna een jaar op twee linkse klompen had rondgelopen!
Toen Kees 12 jaar oud werd mocht hij van school af en ging als koeter bij de boer werken. Bij zijn eerste baas verdiende hij negen gulden in de maand met de kost en slapen in de schuur. Na enkele jaren ging hij als boerenknecht werken in Noord-Holland maar dat hield in dat hij 's winters werkloos thuis zat.
Het was dus geen wonder dat Kees in die uitzichtloze tijd rondkeek naar iets met meer perspectief.

Koloniaal.

Tijdens een avondje uit in Biervliet raakte hij in gesprek met enkele militairen die getekend hadden voor dienst in Nederlands-Indië. Zijn besluit was toen snel genomen, hij meldde zich ook. Toen hij in Nijmegen goedgekeurd werd bleef hij meteen in de kazerne om het reisgeld naar Zeeland uit te sparen.
Na zijn eerste opleiding vertrok Kees met ruim dertig andere vrijwilligers op 20 november 1934 met het stoomschip Indrapoera naar Nederlands-Indië. Voor vijf jaar dacht hij, niet wetende dat het nog heel lang zou duren voordat hij weer thuis zou zijn. Tijdens de 32 dagen durende bootreis deden zij aan boord oefeningen en gymnastiek. Ook werd hen iets verteld over het land waar ze naar toe gingen.
De lessen van de aalmoezenier en dominee bevatten drie hoofdstukken: 1. Niet te veel zuipen; 2. Niet naar de wijven; 3. Veel naar de kerk gaan.
Enkele dagen voor Kerstmis meerde de Indrapoera af in Batavia en daar stond de jonge Zeeuw uit het land van mist en klei in de tropische hitte op de kaai.

Tropenwereld.

Een wel hele vreemde wereld ontrolde zich voor zijn ogen; bruine mensen in bonte kledij, dravende koelies met manden en pakken, fietstaxi's die met mankracht werden voortbewogen, palmbomen die
afstaken tegen de strakke blauwe lucht, de groene bergen in de verte en vooral de intense hitte. Verdwaasd keek hij in deze vreemde bonte tropen wereld, tot een sergeant met grote snor hen met een paar grote vloeken weer in de realiteit plaatste en de mannen duidelijk maakte dat ze hier niet als toeristen gekomen waren.
De eerste maanden van zijn verblijf in Nederlands-Indië had Kees een beetje moeite om te wennen aan het vreemde exotische leven, de warmte van het klimaat en het voor Nederlandse begrippen toch vreemde voedsel dat op tafel kwam.