Uw Indisch verhaal, hoorspel of luisterboek op Internet.

http://www.semarang.nl/verhaal/

Kroes (19 jaar) (Pieters, Lody)

Lees voor met webReader

Kroes (19 jaar)

Vanwege zijn krullenkop wordt hij Kroeskop of gewoon Kroes genoemd. Dat vindt hij niet erg; een bijnaam is bij Indo's heel normaal.
Bij het uitbreken van de oorlog in Zuidoost-Azië in 1942 is Kroes nog te jong voor het leger. Wel wordt hij - net als veel Indo-jongens van zijn leeftijd - door de Japanners gedwongen om voor een karig loon te werken. Niet ver van hun huis in een smederij. Het is zwaar en vuil werk. De Japanse bewakers schreeuwen en slaan erop los, als je niet hard genoeg doorwerkt. Kroes probeert vol te houden. Het brengt immers ook wat geld op voor het gezin. Op een zaterdagavond in 1944 wordt er hard op de deur gebonsd. Een barse stem in het Japans beveelt om de deur te openen. Vier Japanse soldaten staan met banjonetten in de aanslag aan de deur. Kroes moet machteloos toezien, hoe Pappie geboeid als een misdadiger wordt meegenomen, verdacht van sabotage en spionage. Kroes weet zeker dat zijn vader zo iets gevaarlijks nooit zou doen. Hij zou zijn gezin nooit in gevaar brengen. Mammie is ten einde raad. Hoe moet zij in haar eentje voor 10 kinderen zorgen in oorlogstijd?
Om Mammie een beetje te ontlasten reist Kroes met zijn twee zussen en zijn jongere broer Hardy naar Tante Co, een oudere zus van zijn vader. Ze woont in een groot huis in Surabaya, een stad in Oost-Java.Kroes moet daar werken in een papierfabriek. Weer onder Japans toezicht. Later werkt hij op een boerderij. Dankzij de schamele verdiensten van de kinderen kan Mammie de eindjes aan elkaar knopen.
Dan komt het bericht van Pappie's dood. Hij is in de gevangenis ziek geworden en overleden.
Daarmee wordt Kroes tegen wil en dank het hoofd van het vaderloze gezin. Hij mist zijn vader verschrikkelijk, maar heeft geen tijd om verdrietig te zijn. Hij moet Mammie bijstaan en toezicht houden op zijn broers en zussen. De verantwoordelijkheid valt hem zwaar. Hij kan niemand om raad vragen. In stilte bidt hij veel.

Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 besluit de familie van Pappie dat het vaderloze gezin naar Nederland moet vertrekken. Daar zouden de kinderen een betere toekomst krijgen. In oktober van dat jaar breekt echter de bersiap in alle hevigheid uit. Het schip waarmee het gezin naar Nederland zou gaan, kan niet vertrekken. In eerste instantie richt de agressie van de jonge rebellen pemuda's zich tegen de Japanse militairen die nog in Semarang zijn. Later breidt de volkswoede van de Javanen zich ook uit in de richting van alles wat Nederlands is. Met name de Indo's - die niet zoals de meeste Nederlanders in Japanse burgerkampen zitten - hebben het zwaar te verduren. De bescherming en steun komt uit onverwachte hoek: van hun voormalige Japanse onderdrukker! Alle jongens ouder dan 16 jaar worden voor hun eigen veiligheid in gevangeniscellen gestopt, bewaakt door gewapende Japanners. Ook Kroes en enkele van zijn broers, uitgezonderd de gehandicapte Ab. Kroes voelt zich relatief veilig onder de hoede van de gewapende Japanners. Dat er niet ver van hun huis hevig wordt gevochten tussen pemuda's en Japanners, waarbij aan beide zijden veel doden vallen, weet Kroes dan nog niet. Ook niet dat enkele van zijn vrienden door de pemuda's worden vermoord.