Uw Indisch verhaal, hoorspel of luisterboek op Internet.

http://www.semarang.nl/verhaal/

Bezoek Batang (Levert-van der Mijll Dekker, Els)

Bezoek Batang

Om kwart voor vier sta ik op.
Kick wordt ook wakker.
Om tien over vijf vertrek-ken we.
Het is nog donker buiten.
Op de fiets die beladen is met grote mand en tas vol pakjes en een verschoning voor Kick en ook voor mij.
Kick gaat zo nu en dan op de steppen achterop de hellingen af.
Maar op Djatengaleh houdt een agent ons aan.
Het is verboden met z'n tweeën op een fiets te zitten.
We lopen weer een eind, proberen het dan nog eens.
Onderaan Tanah Poetih gaat Kick in een be-tjak.
Het is al te laat om de fiets ergens te stallen.
Ik rij zo vlug dat de betjak het niet bij kan houden.
Op het station staat de trein al klaar.
Ik kan de fiets nergens stallen.
De man aan het loket draalt opzettelijk.
De trein vertrekt.
Woedend ben ik.
Kick blijft achter bij de pakjes terwijl ik de fiets bij mevrouw van den Bergh ga stallen.
We vertrekken om acht uur met een boemel via Kendal tot Weleri.
Daar over-stappen en na een kwartier op de sneltrein.

Het begrip sneltrein is relatief.
50 km/uur was al mooi voor toenmalige houtgestookte stoomlocomotieven.
Nog ver in de zeventiger jaren reden ze nog steeds, sommige nu oliegestookt.
In Weleri werd gestopt om water en brandstof in te nemen.
Voor passagiers waren er vier klassen: Els reist 2e klas.
Sneltrein betekent dat de trein doorrijdt tot Batavia en niet stopt bij ieder gehucht.
De noodbruggen van de Japanse genie moe- ten stapvoets bereden worden.
De Indische treinen zijn 'gemengd' en bestaan zowel uit passagiers- als uit goederenwagons.
Op deze lijn rijden vroeger en nu meest kleine wagons met drie assen.
Via Kendal: snel- treinen met weinig haltes reden om Kendal heen, via Kendal met de boemel was dus een kleine omweg.


In de tussentijd Van den Bergh opgebeld.
Frieda is nog niet terug uit Batang.
In Batang is Frieda.
Naar de Kawedanan die door Japanners bezet is.
Frieda zal voor mij toestemming vragen en gaat met een oppasser de Kawedanan in langs de schildwacht.
Na een hele tijd wachten komt hij terug.
Achter hem komen even later een Chinees die de tolk blijkt te zijn en een Japans officier.
Eerst vertelt Frieda mij, dan de tolk, dat ik vanmiddag om drie uur Japanse tijd (dat is half twee) Flip mag spreken.
We hebben nog twee uur de tijd en gaan in een kam-ponghuis bij een kennis van Frieda wachten.
Om half drie zijn we er weer en moeten eindeloos wachten.
Kick speelt met twee aapjes, wordt door de schildwacht geroepen.
Die probeert een gesprek aan te knopen.
Een andere Japanner roept Kick en geeft hem een sigaret.
Weer een andere Japanner komt aan de oppas lucifers vragen.
Toevallig heb ik drie doosjes voor Flip bij me: ik geef er hem een van.
Hij geeft me een stuiver Japans geld en als ik dat weiger geeft hij het aan Kick die er erg gelukkig mee is.
Om kwart voor vier Nippontijd (kwart over twee) komen de tolk, de officier en nog twee Jappen.
De Jappen gaan per fiets weg.
De tolk komt me zeggen dat ik Flip spreken mag in een aparte kamer.
De andere gevangenen mogen er niet bij zijn.
Ik mag alleen maar in het Maleis spreken en de officier en de tolk moeten er bij zijn.
Er wordt een dogkar geroepen en na een kwartier mogen we gaan.
De kazerne waar Flip zit is nog een eindje rijden.

Nippon: het gebruik van het woord Japan is streng verboden, men moest Nippon zeggen.
De kazerne van Flip bleef tot september 1943 in gebruik voor burger-geïnterneerden uit de omgeving, Tegal en Poerwokerto.
In december 1942 werden 42 particulieren overgebracht naar de plaatselijke Mulo- school en 43 ambtenaren naar de gevangenis Sukamiskin te Bandoeng.
De overlevende Sukamiskin- gevangenen werden in augustus 1943 verdeeld over de kampen Ngawi, Poerwokerto en Tjimahi II, de gevangenen uit de Muloschool over kampen in Ngawi en Tjimahi.
Al deze wijsheid werd pas na de oor- log bekend.
Kawedanan: Els bedoelt de Pengadilan Negeri, de gewestelijke rechtbank, nu Kempei Tai.


Onderweg vraagt de tolk waar ik na het bezoek naar toe ga.
Ik antwoord dat de laatste trein naar Semarang al weg is en dat ik aan mevrouw van Steijn (een poli-tievrouw) zal vragen of ik misschien voor één nacht onderdak kan krijgen.
Als dat niet gaat zal ik naar Pekalongan gaan.
Het huis van mevrouw van Steijn - haar man is vier dagen geleden geïnterneerd - is een kleine Europese woning bij de gevangenis.
In de tuin zie ik een Europese dame op blote voeten en sarong met sportblouse.
Er zijn ook enige kinderen.
Dan opeens zie ik Flip in de voorgalerij staan.
Wat ziet hij er uit.
Zijn haren zijn lang geworden van maanden niet knippen.
Zijn snor ook, zijn ogen staan hol.
Hij staat er op blote voeten net als een verkommerde man maar wat zijn we gelukkig.
De officier en de tolk zijn nu ook in de voorgalerij.
Binnen is nog een dame, me-vrouw van Steijn.
Ik wet niet meer wat er precies gebeurt maar even later zitten we met ons drieën om de etenstafel en als ik in het Maleis begin zegt Flip: je hoeft geen Maleis te spreken.
dan gaan de deuren dicht en zijn we met ons drieën alleen.
We zijn de eerste paar minuten te aangedaan om te spreken.
Dan zegt Flip tegen Kick: 'Hé joh, je moet niet huilen' als Kick met rode ogen erbij zit.
'Ik heb de hele dag aan je gedacht.
Je bent jarig welgefeliciteerd!' Dan komt Kick los en vertelt van zijn sigaret en de stuiver en dat hij wat voor Pappa heeft gemaakt.
Flip zegt dat de behandeling erg goed is maar hij wil er niet veel over praten.
Het eten is goed, waarschijnlijk beter dan wat de mensen op Siloewok hebben.
Maar terwijl hij praat trillen zijn handen.
Hij heeft een matras maar geen klamboe.
Een kussen vraag ik.
Nee ook niet.
Gelukkig heb ik er een bij me.
Hij vraagt om kinine.
Van den Bergh heeft het helaas vergeten mee te geven.
Hij vraagt ook om geld, f.5.- is voldoende.
Steeds weer vraagt hij hoe het mij en de kinderen gaat.
Als hij vrij komt wil hij dat ik direct op Siloewok kom met de kinderen en dan wil hij op Plaboean gaan wonen.
Ik moet van den Bergh vragen het huis daar in orde te brengen.
Zijn zenuwen kunnen het niet meer verdragen aan de grote weg te wonen.

Klamboe: muskietennet.
Pekalongan was geen malariagebied maar zonder klamboe slapen deden Euro- peanen in de laagvlakte liever niet.
Aan kinine was gelukkig geen gebrek want dat wordt op Java gemaakt.
Tijdens de Japanse bezetting kwam de malaria krachtig opzetten daar de door Hollanders opgezette bestrijding was verwaarloosd.
Bewerker herinnert zich direkt na de bevrijding Engelse vliegtuigen over Tjideng te hebben zien vliegen met grote rookwolken er achter.
Dit bleek het in de oorlog uitgevonden DDT te zijn geweest waarmee men de moerassen om de stad Batavia ging behandelen.
Dank zij grootschalig DDT-gebruik in de jaren 1945-65 zijn er op Java nauwelijks vogels overgebleven.
Plaboean: een eenzaam gelegen plantershuis aan de rand van de onderneming, aan zee langs de spoorlijn Batavia-Semarang.
Vanuit de trein naar Pekalongan kon men het romantisch zien liggen op de heuvel.
Het was er 's nachts doodstil en aardedonker op de kreten van bosdieren en het geruis van de branding na.
Plaboean was de eerste woning van de Leverts toen Flip in 1934 bij Siloewok in dienst kwam.


Ik moet hem vertellen van het opsluiten van alle ambtenaren op Java en alle administrateurs om Pekalongan.
Veel hoop op invrijheidsstelling heeft niemand.
We moeten er niet op rekenen, dan kan het meevallen en anders hebben we alleen maar teleurstelling.
Het is naar om hoop te moeten opgeven maar het is beter.
Flip zegt nogmaals de uiterste zuinigheid te betrachten, desnoods op zijn inlands te leven voor niet meer dan een gulden per dag.
Hij vraagt een foto van mij.
Gelukkig heb ik zeven foto's van de kinderen en van mij bij me die buitengewoon goed gelukt zijn.
We mogen een uur samen zijn.
Dan gaat de deur open en komen de tolk en de officier binnen.
Flip vraagt of hij de foto's hebben mag.
De officier bekijkt ze, vraagt wie het zijn.
Het mag.
Een voor een pak ik de pakjes uit, vraag of ik ze geven mag.
Ook dat was goed.
Alles mag.
Flip wil alleen niet teveel snoepgoed aannemen.
Ik moet de goulali mee terug nemen.

Goulali: Indisch suikerwerk.

Helaas vergeet ik het schaartje en het geld.
We moeten weg en nemen afscheid.
Voor hoelang...?
Het was heerlijk elkaar weer te zien.
De tolk komt me achterna en zegt dat ik niet bij mevrouw van Steijn mag overnachten.
Ik ben het al niet meer van plan.
Flip heeft het me afgeraden en gezegd naar mevrouw van Hecking Colenbrander te gaan en daar logies te vragen.
Met een dogkar gaan we met Frieda naar Pekalon-gan.
Na enig zoeken vind ik mevrouw van Hecking Colenbrander die met twee andere dames samenwoont na uit de eigen woning gezet te zijn.
Ik kan er over-nachten.
's Middags is mevrouw van Ginsel zo vriendelijk om twee flessen melk voor mij te bestellen die ik 's avonds gekookt op mijn kamer meeneem.
Die wil ik morgen door Frieda in Batang laten afgeven met het schaartje en geld.
Ik hoor dat de Japanse gouverneur van West-Java gisteren in Pekalongan een speech op de aloen-aloen gehouden heeft.
Hij zei o.a. dat de mensen er rekening mee moesten houden dat er binnenkort weer op Java gevochten zal worden.
De Amerikanen waren echter slechte vechters en zouden in korte tijd weer van het eiland afgegooid worden.
Verder staat vast dat er nog steeds op Java gevochten wordt.
Dit zouden ook de grote aantallen gewonden bewijzen die Semarang de laatste week zijn binnengekomen.

Helaas, het waren maar geruchten.
Gewonden vielen In Nieuw-Guinea waar tegen de Australiërs werd gevochten.
Overigens vond het Japanse leger verpleging van ernstig gewonden zonde van de tijd.

13 mei 1942

Om half zes op.
Ik spreek mevrouw van Hecking Colenbrander nog even en bedank haar voor de ontvangst.
Ze zijn allen zo vriendelijk voor ons geweest.
Per betjak gaan we naar de trein.
Frieda gaat er in Batang af om te proberen Flip de melk, geld en het schaartje te geven.
Van Weleri per dogkar naar Siloewok.
Familie Havelaar komt op bezoek.
Ook de vrouw van Herfst met baby die onder de uitslag zit en een mevrouw ? met kind.
Ik laat f.10.- bij Van den Bergh achter voor mevrouw Herfst in geval ze naar de dokter in Semarang wil gaan.
Kick gaat met Wasla op zoek naar Fox die bij de Mantri Politie woont maar hij is blijkbaar uit en ze vinden hem niet.
Flips kleren die er nog zijn neem ik mee in een oude koffer van Van Hasselt.
Frieda komt nu ook groeten met zijn dochtertje.
Flip heeft de melk eerst niet mogen ontvangen maar een andere wacht vond het wel goed.
Geld mocht niet maar de oppas van de kamer beloofde het Flip wel eens te zullen geven.
't Schaartje mocht in ieder geval niet.
Als het maar niet op hem verhaald wordt als de melk bij hem gevonden wordt.
Remy gaat met me mee naar Semarang.
Om half drie Nippontijd komen we aan.
Met Kick in Delice een nasi goreng gegeten na eerst de fiets bij mevrouw van den Bergh opgehaald te hebben.
Op de terugweg naar boven koopt Kick van zijn Japanse stuiver bij warongs langs de weg allerlei snoep voor Marre's verjaardag.
Hij heeft aan Coba gevraagd een zakje te naaien en had er al gekleurde pitten in gedaan.
Nu moet dit er ook nog bij.
Thuis hoor ik dat er 200 geïnterneerden zijn vrijgelaten en dat uit Soerabaja geïnterneerden naar Semarang zullen worden gebracht.

Oppas: aspirant politie-agent, in dit geval een inheemse bewaker.
Mantri-Politie: hoofdagent, bureauchef.
De nog vrije en zeer bejaarde Hr Havelaar wordt in 1943 door een arbeider op zijn rijstpellerij vermoord.
Nasi goreng in Delice: bewerker kan zich daar niets meer van herinneren, vermoedelijk hebben we aan een achteraftafeltje de maaltijd snel naar binnen gewerkt.
Delice was een bij Hollandse planters populair Chi- nees restaurant en delicatessenwinkel op Bogor, Semarangs drukste winkelstraat.
Het uitje was voor mij bedoeld, per slot van rekening was ik jarig.
Misschien was er wel een ijsje met papieren paraplutje toe.
Geïnterneerden vrijgelaten: de enige die vrijkwamen waren inheemsen alsmede tijdelijk een paar Holland- se technische specialisten.
De laatsten enkel en alleen omdat de Jap hen dringend nodig had.

14 mei 1942

Vanmorgen van acht tot twaalf uur horen schieten.
Heel zware schoten.
Ze leken van zee te komen.

Misschien artillerie-oefeningen.
Een dag eerder hadden de Geallieerden luchtaanvallen uitgevoerd op het veraf gelegen Ambon en andere eilanden: de Jappen waren misschien nerveus.
Ook mogelijk is dat de Japanse genie obstakels of KNIL-munitie op het vliegveld of in de Semarangse haven heeft opgeblazen.
Semarang heeft tot 22 juli 1945 buiten bereik van de geallieerde bommenwerpers gelegen.
Voor Ameri- kaanse viermotorige B-24's was de stad wel bereikbaar maar die zijn voor bommen op Java nooit ingezet.