De kazerne.
Niemand, maar dan ook niemand heeft in de gaten gehad wat er in de jaren voor de oorlog aan de hand was. Alle kleine baasjes zijn alleen maar bezig geweest om voor het eigen belangrijke groepje te zorgen. U kunt rustig gaan slapen, de Regering is waakzaam! Als het alleen maar bij Nederland was gebleven, dan zou het misschien nooit die grote omvang hebben gekregen, maar overal was men met blindheid geslagen, zoals dat zo mooi heet! Hoe is het mogelijk dat niemand de rampspoed van Hitler-Duitsland heeft voorzien! En het meest krankzinnige van alles is nog dat niemand er maar ook iets van heeft geleerd!
Het begint weer helemaal opnieuw. De Roomsen gaan voor baas spelen en de Rooien willen zo graag mee doen dat ze voor de zwartrokken door het slijk kruipen. De Roomsen weten dat het er nu op aan komt en zetten alles in wat maar voorhanden is. De zwart met zilveren Jezuïeten spelen voor de Waffen SS van de kerk en de eindoverwinning met Romme(l) is zeker! En maar preken en strijdliederen zingen en zoete broodjes bakken, voor iedereen een sigaar uit eigen doos en de achterdeur voor de Liberalen openhouden! Deze Heren gaan samen met de Antirevolutionairen lekker de Roomsen en de Rooie Rakkers zo gek maken om wat aan het gelazer in het land van Insulinde te doen. Zelfs de man van de ondoorgrondelijke wijsheid, de afgod van Rood Nederland en de weldoener van alle oudjes, later betiteld als Vadertje Drees, werkt van harte mee en is eigenlijk de stuwende misdadige kracht achter het gehele drama in het Verre Oosten! Alle gekken lopen achter elkaar aan. Ongelooflijk knap om in een land waar nog aan van alles en nog wat tekort is een leger uit de grond te stampen en meer dan honderdduizend man, wel is waar gebrekkig uitgerust, dertig dagen varen overzee uit te zenden. Het lijkt er sterk op dat de “deskundigen” de logistiek van Albert Speer en de psychologie van Joseph Goebbels hebben afgekeken.
De Kamponggladjakkers in de verre Gordel van Smaragd hebben hun kans schoon gezien en grenzeloos hondsbrutaal een eigen Republiek uitgeroepen. Sukarno is zo dol als een karrad en megalomaan en uniformgek als dikke Hermann van de Luftwaffe in zijn allerbeste tijd! Dat kan zo niet langer! Daar moet zo snel mogelijk ‘Orde en Vrede’ worden gebracht en de ‘Democratie’ in alle eer hersteld! Dat, en dat alleen is alles zaligmakend. Minstens driehonderd volvette jaren liggen weer in het verschiet! Als het een beetje meezit misschien wel een groots duizendjarig globel Reich! Alles is al veel te hemeltergend voor OLH en zijn discipelen.
En hoe zou het dan verder moeten met Hare Majesteit? Voortaan Koningin van het kale Nederland? Geen onderhorigheden meer en de rijke wingewesten maar vergeten? Hoe moet het met de koffie- en theeplantages? En de kampongkindertjes moeten toch leren lezen en netjes schrijven en chr. versjes zingen en op de blote knietjes bidden en de blanke toean en njonja voor al de weldadigheden heel erg dankbaar zijn, tot in aller eeuwigheid, Amen!
Al hoeft Hare Majesteit dan geen armoede te vrezen met het meerderheidsbezit van de ‘Oplichters’ Aandelen van de almachtige Club Koninklijke Peterolieboeren en aanverwante Gifmengers achter de hand. Het is nog een schatrijke club, jaren later gaan ze pas, uit pure domheid en gebrek aan leiderschap, de zaak belazeren met verkeerde getallen in de boeken, verzinnen bonussen voor de zakkenvullers en krijgen op de beurs een pak slaag dat nog jarenlang nadreunt. Die klap is echt keihard en ze verliezen een massa van hun waarde in de hersenschimmige aandelenhandel.
Zonder een half wereldrijk kan Hare Majesteit toch nergens meer mee voor de dag komen! De Prins der Nederlanden schaamt zich nu al dood voor zijn Koninklijke jachtvrienden. Alle fantastische buitenmodel uniformen met flatsen lintjes als fruitslatjes en parade petten en sabels slaan zo toch nergens meer op. En waar moet het geld vandaan komen voor de vloot Ferraris en de regerings Dakota om in Afrika nog een zooi olifanten, loslopende ezels en andere opvreters uit te gaan roeien? Op de Hoge Veluwe leeft niet veel meer, daar krijg je zelfs geen schurftige jachthond nog naar toe, laat staan de Koning van Spanje of een club jetsetters. Of het reizen over de hele wereld en het de beest uithangen met allerlei geflipte dictators en kado’s weggeven aan lieve lekker ruikende dames geen geld kost. Zijn eigen boekhouder wordt af en toe knettergek van alle onbetaalde rekeningen. En meneer heeft nog een zeer extravagant verblijf ergens in Parijs, natuurlijk met een erg lieve lekker ruikende juffrouw. Deze teenager heeft hem zelfs zo gek gekregen met zijn ouwe lijf de zaak nog op te krikken en een dochter te verwekken. Zijn kleinzoon wordt later Waterhoofd en wilde varkensboer op een soort kroondomein met een oppervlakte als de Flevopolder van ons belastinggeld in Polen, voor hem is dat mietjeswerk, om je gek te lachen! Hij jut alle generaals op om een leger uit de grond te stampen en aan zo veel mogelijk boerenpummels een opleiding voor kanonnenvoer te laten geven. Massa’s van dat soort hufters lopen hier maar uit hun neus te vreten en zijn te belazerd om de kolenmijnen leeg te halen. Dat laten ze liever aan de Poolse afgedankte Para’s over.
Nee, als de bliksem weer net als vroeger met een zooi schuiten en schietgerei naar de rijke plantages op Java en ze laten zweten daar, die luie flikkers! Dat heeft driehonderd jaar perfect gewerkt en het moet toch zeker weer kunnen! Daar is geld als water te verdienen. Pis je op een dor houtje dan groeit er gelijk een klapperboom op en de olie spuit de grond uit en waar moet je anders al de stukken onbenul, zoals Jan-Willem met zijn schurkachtige griezel van een vader en de liberale rijkeluis zoontjes, ze deugen nergens anders voor, in hemelsnaam laten? Daar kunnen ze met hun vuile ploertenmanieren de schitterende archipel leegplunderen
Krijn is natuurlijk weer de klos! Een, heel toepasselijk, Oranje briefkaartje over de post van de minister van Defensie. ‘Oproeping voor de keuring voor de Kon. Landmacht!’ Er is vast en zeker weer een heleboel vuil smerig rot werk te doen, voor iets anders is ondenkbaar en heeft niemand je nodig. Even in de blote kont a zeggen, een rare friemel van een enge kale militaire dokter aan z’n ballen en hij is cum laude voor alle diensten goedgekeurd!
Een geleerd Heer in de pseudo wetenschap Psychologie vraagt aan Krijn bij de keuring of hij in de oorlog wel eens bang was. Op zijn beurt vraagt Krijn of de oudehoer wel weet wat oorlog is en het stuk onbenul zegt natuurlijk dat hij toevallig hier de vragen stelt! Dan zegt Krijn dat hij dikwijls vreselijk bang is geweest en wel drie keer bij diverse gelegenheden zijn broek heeft volgescheten! Veel later komt uit dat dit antwoord de weg naar een onderofficiersopleiding heeft geblokkeerd. Zo wordt men genaaid door een boerenlul uit Groningen, door de centen van Pa heeft Jodokus wat onzin uit de psychologieboeken en van het gelul van de ‘geleerden’ op de Noordelijke Universiteit geleerd!
Van huis en naar een kazerne op de Veluwe. Wat een rot omgeving. Allemaal zand en er wil niks groeien, wat armoedige dennetjes en hier en daar een paar bosjes heide. Geen wonder dat ze hier vroeger helemaal verrekten van de armoei.
De Veldartillerie! Volgens vader en ome Bas een legerinstelling spéciaal uitgevonden om het geestelijk en lichamelijk achtergebleven deel van de Nederlandse jeugd nog enigszins nuttig voor HM’s Krijgsdienst te kunnen maken. Neem het maar voor waar aan, ze zijn tenslotte vijf jaar infanterist en bovendien korporaal geweest. Ze hebben dus overal met hun neus bovenop gestaan. Allemaal in de beroemde jaren van de mobilisatie, zelfs de Duitse Kaiser hield toen nog rekening met een zooi Hollandse boerenpummels. Alle tijd en gelegenheid om de stelling te toetsen. En de beweringen en vooroordelen van de heren kloppen heel behoorlijk. Het wemelt van de Lombroso typjes en lui die vroeger onmiddellijk een schedelmeting zouden krijgen van de militaire artsen, als deze tenminste aan een beroemde Duitse Universiteit zouden hebben gestudeerd. En de heren officieren kunnen hun hart ophalen bij het samenstellen van de indelingslijsten. Want er zijn een hoop stomme baantjes bij een afdeling Veldartillerie weg te geven. Daar kom je pas achter als je zelf in die zooi terechtkomt! Vooral voor oppassers hebben ze een bijzonder fijne neus. Deze soort van het mensdom beschikt over de gaven van het knechtschap, door de heren en meesters in de loop der jaren uiterst gecultiveerd en bruikbaar gemaakt en kunnen nu perfecte diensten leveren als voetveeg, kontjongen en dommekracht. En dit soort van het mensdom is vooral zeer bruikbaar als verklikker en matennaaier! Daar is altijd en overal veel behoefte aan. En zeker bij de tot op het bot toe verrotte en corrupte onderdelen van de Koninklijke Landmacht! Alleen al op het ministerie van defensie wemelt het van allerlei onderkruipsel. Alles op maat in de pas gezet door de pa’s met een goed onderhouden netwerk.
Gewend aan jaren omgang met de Waffen SS en de Wehrmacht en de mooie spullen van de Reichsbahn een onhutsende ervaring. Wat een zooi en achterlijke troep is onze Koninklijke Landmacht! Zonder een perfecte misdadigersorganisatie te moeten zijn als van de supermannen in de Nazi-Teutoonse tijd, dat kan toch wel een beetje anders! Er is helemaal niks! Een vuile ouwe rot kazerne. Vieze toiletten, een gore wasbarak met alleen koud water en de douche moet nog worden uitgevonden! Heel de week in dezelfde stinkende kleren en op vrijdag even ‘afspoelen!’ in een verstikkend smerig baggervet badhuis, onder commando van een wasbaas met chronische baardschurft.
Het begint al direct met het onder de Krijgstucht stellen. De kapitein leest wat voor, geeft uitleg en wordt direct verbaal gevloerd door een communist en een student. Zij zullen alle moeite gaan doen om de dienst uit geschopt te worden. De man trekt zich niks van hun praatjes aan en gaat gewoon verder om het verplichte halfuurtje af te maken. Wat een zak en dat heeft drie sterren! De Opperwachtmeester, van het type ijzervreter met een rooie nek, gele sproeten, slimme groene varkensoogjes en omhooggedraaide snorpunten, weet met dreigende gebaren op de achtergrond de zaak nog een beetje te redden. Het zal de sterrendrager een rotzorg zijn, hij hoeft alleen maar een jaar als reserveofficier vol te maken en gaat niet mee met de troep.
Dan het bezoek aan de fourier, een regelrechte afknapper van negentig graden. Een vrachtwagen van een stomerij lost een paar duizend kilo afgedankte kleding van de Canadezen en het is uitzoeken. Veel onbegrijpelijk gezanik over eerste en tweede grijs en iedereen hoest van de smerige ontsmettingsmiddelen waar de lorrenhoop mee doordrenkt is. De maatvoering is zuiver militair, dus alleen maar te groot of veel te klein. Andere keus niet aanwezig. Met de schoenen is het nog erger. Zoeken naar een paar, heeft een saboteur alles losgesneden? De rotzooi is gedragen geweest en van de meeste schoenen is geen paar te maken. Eindelijk is de troep gekleed en geschoeid en wordt de avond besteed aan het opnaaien van de Leeuw met ‘Je maintiendrai.’ Eindeloos geklungel en als het stomme geval op de dag van het eerste verlof niet recht in het midden van de mouw zit mag je niet naar huis. Wat een dreigement! Om negen uur komt een slimme wachtmeester tot de ontdekking dat de strozakken nog gevuld moeten worden! Weer iets uit de eerste Frans-Duitse oorlog. Met zak en kussensloop naar een loods achter op het terrein en in het stikdonker de zak volstoppen met muf stinkende verstofte troep waar je nog geen vet stinkend varken op plat zou krijgen. Daar heeft al een heel leger rukkers en hijgers op gelegen! Met vierentwintig man op een zaal en de korporaal in een hokje vooraan. Het was vroeger zeker een paardenstal. Eén van de jongens verbastert zijn adres en krijgt een goeie douw voor een ansicht van zijn meisje met als adres: Bles Willemse, Stal III, ruif 2, ketting 4.
En dan begint de opleiding. De Primary Training. Zes weken lang. De klas van vierentwintig krijgt les van een stel oudere onderofficieren in de rang van wachtmeester. Ze hebben dienst gedaan tot in de Meidagen van 1940 en zijn bijna een jaar in Duitsland krijgsgevangen geweest. Na de bevrijding weer opgeroepen en een half jaar in het beroemde Aldershot geweest om de English Military Drill onder de knie te krijgen. Wonderlijk genoeg zijn ze daar niet verpest, maar uitzonderlijk nuchter gebleven. Heel wat anders dan de halve gare krompraters, mislukkelingen of gepasseerden van de officiersopleiding, die later als korporaals en onderofficieren op de afdeling Veld worden losgelaten. Deze slemielen hebben het alleen maar over: ‘bij ons in Aldershot.’
Achteraf zijn de zes weken infanterie best wel gezellig. Krijn kan goed met zijn maten opschieten en met de twee onderofficieren klikt het direct al. Het is heel verstandig om niet over je oorlogsverleden bij de Reichsbahn te praten. Ze raken helemaal in paniek als ze wat over de Waffen SS of de Wehrmacht horen en hebben absoluut geen idée wat er hier en daar in Europa aan de hand is geweest. Nooit anders gehoord dan radio Oranje en de BBC en een ondergronds nummer van Trouw of de Waarheid gelezen. Alleen maar goed voor je gemoedsrust. De meesten hebben niks meegemaakt en zijn mooi buiten schot gebleven door onder te duiken. De paar lui, die in Duitsland zijn geweest, hebben alleen maar het kamp en de fabriek en de bunker van de luchtbescherming van binnen gezien of de koeien van een boer in Beieren gemolken en met Gretchen in het hooi liggen krikken. Sommige lui hebben altijd alle geluk van de wereld. Anderen zijn altijd de klos en draaien voor alle ellende op en ploeteren zicht te pletter.
De opleiding is een fluitje van een cent en stelt helemaal niks voor. De instructeurs hebben in Aldershot alles op z’n British geleerd, maar hier moet het weer volgens de oude regels, die nergens vast liggen. Eindeloos geharrewar hoe hoog de benen naar boven moeten bij links- of rechtsom en het tellen bij de voetvolkoefeningen. De velddienst is iets van de kleuterschool! Als Krijn even een riedeltje afgeeft van wat hij van Heinz heeft geleerd komt die zak van een kapitein vragen of hij dat aub nooit meer wil doen! Dat kan hier echt niet! De jongens zouden veel te ongerust worden.
De ellende komt niet alleen van het Ministerie van Defensie, ook de natuur helpt een handje om de jongelui door een soort hel heen te jagen. De koudste winter van de laatste vijftig jaar. En dat zonder verwarming in een tochtige kazerne, met meer karton dan glas in de raamsponningen. Om een beetje warm te blijven op de kamers bouwen de ‘padvinders’ tenten van dekens tussen de stapelbedden. Af en toe kan er een straalkacheltje aan zonder dat de zuinig afgestelde zekering het hele electriciteitsnet laat doorslaan. Bij de lessen bevriezen de vulpennen en moet met een stompje potlood worden geschreven. Het wachtkloppen gaat gebeuren met één uur op en twee uren af. Zelfs de officier van piket loopt af en toe een rondje om te kijken of er niemand op zijn post is doodgevroren. In de wacht brandt heel zuinig een kolenkachel en daar staat altijd een man of tien met de kont naar toe. Dat is de duitse methode om vlug weer warm te worden. Alle voorraden van de kok zijn kapot gevroren, de troep eet dus dag in dag uit baggervette snert. De gevolgen lopen op de toiletten de spuigaten uit. Alles bij elkaar ga je weer een beetje betere voorstelling krijgen van ‘Stalingrad.’
De spullen. Alles uit Engeland. Het enige land in de wereld dat helpt bij de bewapening van het landje dat weer een wereldrijk wil worden. Zelf hebben ze ook veel moeite om al de gestolen en geroofde “bezittingen” weer bij elkaar te vegen! Hun eigen Imperium is een puinhoop geworden, overal opstand en herrie en ze weten niet waar ze moeten beginnen. Maar ze zijn niet te beroerd om een handje toe te steken en ze willen best wel voor goed geld wat van hun rotzooi verkopen. En het is allemaal troep dat ze zelf door West Europa hebben laten slingeren. In dump Deelen vlak bij Arnhem ligt de supérieure splinternieuwe uitrusting voor een compleet Amerikaans legercorps dat overal ter wereld, met voldoende voorraden voor een heel jaar, ingezet zou kunnen worden. Voor een kwart miljoen man. Genoeg om even de slag van Stalingrad en in dezelfde moeite die van Kursk mee te winnen! Gesteld dat je lui hebt die kunnen en ook nog willen vechten! Afblijven! De Yanks hebben hier en daar wat beloofd in de wereld en ze laten als echte liberals de hele zooi liever weg rotten dan de Hollandse onderdrukkers in de Oost wat gereedschap voor het karwei mee te geven. Misschien is het zo wel beter voor de Javaantjes en hun broertjes. Door de Engelse rotzooi gaan er al meer dan honderdduizend in de komende vijf jaren kapot. Met het Amerikaanse automatische riedelspul zouden de kali’s helemaal oneindig verstopt zijn geweest met opgezwollen, afgekloven en uitgebleekte kadavers. Geweren Lee Enfield, modern in 1917 en de beroemde stengun, eigenlijk alleen maar gevaarlijk voor de schutter zelf. Pas in uiterste noodzaak een magazijn opzetten. Voor je het weet schiet het ding zichzelf leeg, ligt je kop er af of heb je het een paar dagen druk met het begraven van je dooie maten! Voor de tanks is de Piat uitgevonden. Bij de instructie mogen de rekruten even in de kist kijken. Poppetje gezien en de doos gaat nooit meer open. De leerlingen moeten plechtig beloven, al komt er een hele Pantserdivisie aan, nooit of te nimmer het levensgevaarlijke wapen in stelling te zetten. De dood onder de rupskettingen van een T34 is ver te verkiezen boven de mogelijke ellende die het onding kan veroorzaken voor de schutters zelf!
En het stomste van alles: half Nederland ligt vol met nieuw Duits oorlogsmatriaal, veruit supérieur aan het Engelse spul. Alleen al de Schmeisser is een wonder van een machinepistool, de droom van elke infanterist. Om over de mitrailleur MG42, met het geluid van een cirkelzaag maar helemaal niet te praten. Amerikaanse Hillbilly infanteristen in Italie verstijfden van de schrik bij de eerste kennismaking met de alles wegmaaiende salvo’s. Bij sommige OVW bataljons hebben een paar snuggere jongens wat van die spullen mee naar Indonesië gesmokkeld en zij hebben er daar veel plezier van. Hier en daar zitten bij de OVW-bataljons nogal wat oud-SSers. Deze gasten hebben het prima voor elkaar weten te krijgen, volop spullen met de Reichsadler, netjes in het blauwe Kruppstaal, en alles in zeer goede staat. De bezitter van een Lüger-pistool wordt overal en door iedereen met veel respect behandeld, al is het een droppie als dikke Arie! Maar Duits matriaal gebruiken, dat is voor een Hollander om helemaal spastisch en debiel van te worden, stel je voor, Godsonmogelijk!
Dan ontmoet Krijn zijn beste vriendje voor de komende jaren. The Bren Light Machine Gun! Het tot in alle uithoeken van de Hel en gelijk in het al dertien miljard jaar uitdijende Heelal met Warp snelheid verwenste, het voor God en alle Duivels vier jaar lang vervloekte uitvindsel! Bedacht door een totaal verrot en verdorven menselijk brein hier of daar in Midden Europa en gecultiveerd door perfide Britten van het allerminste soort. God hebbe hun ziel! Het teringding is tien kilo zwaar, niet te hanteren, geen mens weet hoe je het apparaat moet dragen, kan nergens tegen, je kan er gruwelijk je maat mee verbranden als de sufferd niet oplet, en je moet er ook zelfs nog mensen mee dood kunnen schieten! Krijn sjouwt duizenden kilometers met het ding op zijn nek, of voor de borst aan een draagband, al zijn vel kapot schurend, urenlang rillend er mee in het natte gras, een putje half vol water of in zo’n bezopen vierkant autotje dat ze Jeep noemen. Zoals een gemartelde op de lange duur begrip en zelfs liefde krijgt voor zijn beulen, zo groeit er ook iets van sympathie in het brein van de soldaat. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, maar in de hersenwindingen van zijn schepsels gebeuren ook heel vreemde dingen, die nooit te verklaren zullen zijn. Een haat-liefde verhouding noemen ze dat. En je maten vertrouwen op jou en dat onmogelijke schietding, hoe bestaat het. Zitten ze in de knel, dan roepen ze eerst om de Brenschutter en als dat niet helpt dan pas om hun Moeder of OLH! Geen enkele zuigeling heeft het beter bij de liefste mama dan het altijd roestende stuk ijzer. De zachtste poetslappen en de fijnste machinesmeerolie, urenlange verzorging, een aai voor het slapen gaan, goedemorgen wensen, niks is abnormaal. Hele avonden lang onderwerp van gesprek onder de zwaar gestoorde liefhebbers en een hoofdrol in hitsige en vochtige dromen! Bijna zestig jaar later nog een paar keer in de week wakker worden uit je diepste slaap van een salvo uit je eigen Bren! Het réactieve brein van Krijn, teruggebracht op reptiel formaat van verlengd ruggenmerg en stukje hersenstam, en een riedel uit de Bren zullen zeker een keer of tien beslissen over leven en dood!
De Yank Eisenhouwer heeft die zooi van Montgomery nooit serieus kunnen nemen en dat is goed te begrijpen. Alleen een super arrogante, zelfingenomen en verwaten Brit kan het opbrengen om met deze wanproducten mensen de oorlog in te jagen. De baret: de gevangenen in Dachau zouden massaal weigeren deze ondingen op het hoofd te zetten. Iedereen loopt als een imbeciel met een kruising van een vliegdekschip en een half leeggelopen luchtsperballon op z’n kop. Eéntje voor alle diensten, wassen mag niet en het apparaat stinkt binnen een week Voor de helm zijn geen woorden te vinden, het zijn waarschijnlijk afgekeurde soeppannetjes van een ver Mongools opstandelingenleger! Het uniform moet een ontwerp zijn van Churchill zelf. Goed te merken dat Hij de brenger van het ‘Bloed, zweet en tranen’ Evangelie voor het Britse volk is geweest. Hij moet zelfs geweten hebben waar Hij het, zonder de Havana uit de mond te nemen, over heeft gehad! Over een oorlogsmisdadiger gesproken! De tassen zijn van dezelfde ontwerper die het réticule voor Opoe Herfst heeft gemaakt. Alles wordt door slecht singelband bij elkaar gehouden en dat ondoorgrondelijke geheel heet op z’n Aldershots de ‘webbing.’ Krankzinnig zijn de kapjes van zwaar linnen voor om de enkels, anklets genaamd, daar zijn verder geen woorden voor.
Een gek is op het idee gekomen om de hele tuigage en vooral de koppelriem met water en groen krijt, dat ze Blanco noemen, een kleurtje te geven. Dat wordt een bijna dagelijks céremonieel. Blanco en koperpoets. Uren, dagen maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen met schrobben, poetsen en boenen. Hoe groot is het potentie verlies van een op Britse leest geschoeid leger door het Blanco syndroom? Misschien is de mislukking van de luchtlanding Market Garden wel terug te voeren op Blanco en Koperpoets! Aan de andere kant is B en K een geweldig machtsmiddel in handen van de Hoge Heren Officieren en de iets minder Hoge Heren Onderofficieren. Waar moet je je als Jan Onbenul anders op beroepen en van bedienen bij het handhaven in de troep van orde, gehoorzaamheid en discipline? Als je één van de onderhorigen een douw wilt geven of goed op zijn nummer wilt zetten, dan is het onverstandig om met iets moeilijks aan te komen. Als dat vaak ook nog ellenlange discussies mogelijk maakt wordt de HH veel te kwetsbaar En dat is me een stelletje mensen. Het uitvaagsel van alles wat in Nederland met oorlogsdiploma’s is boven komen drijven. De onderofficieren zijn bijna allemaal gesjeesde studenten die met hun HBS weggeefbriefjes in de hoop op een officiersopleiding snel oorlogsvrijwilliger zijn geworden. Ze hebben niet gerekend op de massa’s Groninger boerenzoons en knuppels van het soort van dikke Arie en het slag van Jan-Willem met stiekeme vaders die overal veel liberale en andersoortige vriendjes hebben en over ingewikkelde netwerken kunnen beschikken. Die zijn op de beste plaatsen van Aldershot en de andere hufterkweekplaatsen terechtgekomen en voorzien van de sterren. Het hogere kader komt uit de vooroorlogse voorraad beroeps- en reservepersoneel en daarvan is de kwaliteit verre van vooroorlogs!
In een paar dagen zijn alle officieren voorzien van een bijnaam die ze de komende vier jaar met ere zullen dragen: de Zaadloze, kortelangeBroek, Andersom, dedunneEikel, halveJan, en OmeJanus. De dokter is de Pikkenkijker. En de dominee vanzelfsprekend het LieveHeersBeestje. Net als de andere onderaannemer van OLH, meestal een pater van de Jezuïeten, geloosd door een baas die blij is een paar jaar van het stoethaspel verlost te zijn. De afdelingscommandant is gewoon ‘de Ouwe,’ zo hoort dat.
De meeste onderofficieren zijn van het verongelijkte, achtergestelde type, gepasseerd voor een officiersopleiding. Stuk voor stuk zwaar gefrustreerde gasten van een eindje in de twintig, ze ontnemen alle dienstplichtigen van de betere soorten de mogelijkheid om ooit nog eens wat te worden. Heel wat kapiteins zouden later maar wat graag de strepen in hun onderdelen wel eens willen herverdelen!
Toch is er iets vreemds aan de hand in het hele onderdeel en in alle rangen, ook bij de gewone dienstplichtigen. Een flink deel is van simpele afkomst uit ver weg in Nederland, voldoet aan de normen van vader en Ome Bas voor artilleristen, een deel is Lombroso, voer voor de genoemde schedelmeters, maar er is ook een flink aantal vertegenwoordigers van heel duren huize. Zelfs een paar zware lui met echte dubbele namen en zoons van grootindustriëlen en grote bonzen uit de multinational wereld. Er loopt zelfs een knaap rond waarvan de vader een bekende rommelaar in de diamantwereld is. Goede afkomst verloochent zich niet. Deze jongens houden zich bijzonder rustig en veel later pas, soms na een jaar, komt Krijn er achter waar hij eigenlijk mee omgaat. Het lijkt wel of deze afdeling een haven is lui die uit de wind moeten worden gehouden. Pa heeft wel veel aanzien en een paar centen op de bank, maar zoon doet gewoon zonder poeha zijn dienstplicht. Geen gegooi met geld of zuippartijen, zoals onder sommige studentenbendes, niet opvallen is de maat van alle dingen. Vooral geen witte voetjes bij de leiding en ze delen mee in de armoede van iedere dag. Dat het vier lange bittere jaren zullen worden schijnt niemand in de gaten te hebben. Toch geen kans gezien om met de hulp van Pa’s vrienden de dans der ongelukkigen te ontspringen of blij met het avontuurtje? Onopvallend vormen zich groepen maten in het onderdeel en wat eenmaal op een kluitje zit is meestal clubje voor het leven.
De officieren zijn van het Sandhurst, Aldershot of ander broedselsoort. Door de kleermaker verbouwde kruippakjes en ze houden hun stand op met leuke officerscaps met de rijgveter sexy op de millimeter vrij en soepel meebungelend, het megalomane stokje model in een lederen hoesje onder de verstijfde linkerarm en bruine hoge schoenen. De mooie vilten baretten zijn voor het lagere volk onbereikbaar en heb je er een dan is het heiligschennis en spelen met vuur om het ding op je kop te zetten. De stiff upperlip en de hete aardappel worden nog hevig gecultiveerd en ze eten patat in de mess! De meeste hogere officieren zijn opgeroepen reservisten en hebben in de mobilisatie gediend, meestal in de oorlog ondergedoken en sommigen zijn in gijzeling of krijgsgevangen geweest.
De Ouwe is echt de oudste en is een vrijwel onzichtbare man. Door administratief gestoethaspel is de man majoor geworden en door een stom automatisme commandant van de afdeling veldartillerie. Drijft helemaal op een paar beroepsofficieren en in hoofdzaak op de éne batterijcommandant, die de dienst voor de hele afdeling uitmaakt en alle gore trucs, zoals maten naaien en collectief straffen tot in de puntjes beheerst.
De Ouwe zal vooral beroemd en geliefd worden en blijven door zijn hilarische toespraken bij allerlei gelegenheden. Daarin vergaloppeert de man zich steeds en loopt dan heel zielig vast in zijn eigen woorden. Een nieuw wonder van het collectief ziet het daglicht. Iedere keer als hij jammerlijk de mist in gaat réageert het auditorium dol enthousiast met luide toejuichingen, enorm applaus, voetgetrappel en roffels op stoelen en tafels. Regieaanwijzingen worden wild door elkaar geschreeuwd en de euforie neemt hysterische vormen aan. Zo wordt de Ouwe uit zijn ellende gehaald, groeit boven zichzelf uit en boekt verder, onder eveneens zwaar geregisseerde stilte, uiteindelijk succes met juweeltjes van retorica. Als er de ruimte voor is begint een vaste ploeg van een man of tien na de toespraak aan een wilde Russische Hopak dans, met handgeklap en gestamp van de uitzinnig zingende troep. Tot slot uit een paar honderd kelen de beroemde liederencyclus van de Afdeling. Delen van de Psalmen en Leger des Heils gezangen, drink en straatliederen, nationale rovers verzen, stukken opera, alles met teksten die bij iedere gelegenheid van de nieuwste uiterst gore schunnigheden worden voorzien!
Collectief is de afdeling in wezen toch wel een fenomeen, ondanks alle lacunes in de leiding en de onmogelijke hufters die er overal rond lopen! Ongelooflijk hoe vrijgevochten de hele troep is. Schijt aan alles en iedereen. De dienst wordt uitgemaakt door groepen aan elkaar gewaagde maten. Hoor je eenmaal bij zo’n club dan is je bedje gespreid en hoef je je nergens meer druk over te maken. Krijn heeft zich al heel vlug weten te omringen door een zooi ongeregeld die blindelings mee door dik en dun gaat. Dit clubje weet zich door alles heen te knokken. Met of zonder wapens. De heren weten altijd precies waar ze mee bezig zijn. Een paar talenten hebben patenten op het beentje lichten van de meerderen met de sterren en de strepen of hebben zich ontwikkeld tot meesterintrigant.
De Opperwachtmeester van de Staf is ook beroeps en speelt voor ogen en oren en ziel van de Ouwe. De Opper is een opportunist van het betere soort, regeert met ijzeren hand de Staf en de rest als hij de kans krijgt en beschouwt zich als direct verantwoordelijk aan het Opperwezen. Hij is de enige van de salaristrekkers die in de kazerne slaapt en moet een uur voor de réveille door de wacht gewekt worden. Gewassen, gekamd, glad geschoren en met alles in de vouw en verblindend blinkend koper begint hij aan een overvolle dagtaak die voor honderd procent besteed wordt aan het meedogenloos opjagen en afzijken van alles en iedereen die hem voor de voeten komt! Zijn stem is doorgerookt en totaal versleten en hij is verbaal niet te verstaan, dat is geen bezwaar, de lichaamstaal van de man is overduidelijk en wordt door iedereen direct begrepen!
In het algemeen draait de opleiding vrij behoorlijk. Het knullige Engelse materiaal heeft wel grote beperkingen maar het voldoet voor het klusje op Java. Een echte tegenstander is er daar de Hemel zij dank niet voor de Koninklijke Landmacht. Iedereen heeft al vlug door hoe de zaken geregeld moeten worden. Zorgen dat je weet hoe de spullen werken is nodig als de nood soms aan de man komt. Alle lessen zijn berekend op minimaal intellect en het effect is dus optimaal. Verdomd, de honderd granaten die in Oldebroek verschoten mogen worden vallen allemaal midden in het doelgebied en de helft is maar blindganger, maar dat komt door de klote productie in Albion. Een prestatie die niet onvermeld mag blijven!
Krijn wordt ingedeeld bij de verbindingsdienst van één van de batterijen: chauffeur-seiner. Een opleiding waar helemaal niks van terecht komt. De instructeurs laten het maar over aan een paar radioamateurs. Deze lui krijgen de kans van hun leven. Later onder de klappers worden de kunstjes geleerd van de Knil veteranen, zij weten waar ze het over hebben en zijn gewend aan improviseren en bittere ellende.
De dokter komt enge dingen vertellen over allerlei smerige ziektes die je daar in dat gore stinkland op kan lopen. Vooral de meiden hebben kwaaltjes welke als het weerlicht oversmetten, er is niks tegen bestand en voor je het weet heb je de vlam in de pijp! Het eten en drinken schijnt net zo min erg fris te zijn en van de steken van de muggen ga je al heel vlug dood als je niet onder een netje slaapt. Om de veertien dagen een paar smerige prikken van de dokter tegen alle ellendige ziektes en de helft is zwaar over de zevenendertig en zoveel van de pokkenschrapjes. Ziek als een paard met koliek of een andere gore rot ziekte. Een paar stinkende gaten in je arm of je een oplazer met een hakbijl hebt gehad en één van de maten gaat er van scheel kijken en kwijlen. Hij kan niet meer zo best uit zijn woorden komen heeft daverende koppijn en mag voor goed naar huis als hij even een briefje tekent, wat de sufferd graag doet. Je hoort nooit meer wat van hem! Zijn vader is een keuterboertje en heeft nog veel gemak van de voor goed zwijgende dommekracht.
De tandartsen uit Grunningen met het diploma van de Vakschool Rijwielherstelling rooien de afgebrande kerkhoven van de boerenpummels en soortgenoten, verzieken de aangevreten kiezen nog meer en vergaren zo de handigheidjes die later nodig zijn voor een bloeiende particuliere praktijk in Wassenaar of Aerdenhout en omstreken.
De dominee, of anders z’n maatje de aalmoezenier, komt vertellen dat het ethisch dik in orde is om de luie Klapperjavanen een goed pak op d’r flikker te geven en de troep kan zeker en vast rekenen op de Zegen des Heren. Wie voortaan iedere week tweemaal een uur nog meer uitleg en een meer uitgebreide bede voor de Zegen des Heren wil, kan zich vrijwillig opgeven bij de Opper of anders naar de stormbaan, dat kan ook nooit kwaad!
Geliefd is een ouwe bruin gelooide taaie knakker voor de Maleise les. Het Maleis wordt een zware mislukking, maar de verhalen van de oude Indo gaan er in als koek. Vooral de omgang met de Soendanese en Javaanse schoonheden komt uitvoerig ter sprake. Het op eigen initiatief para-medisch testen op vieze ziektes van het cruciale gaatje van de meiden met een propje natte half uitgekauwde zware shag, volgens zijn methode, wordt door de dokter als onzin afgedaan. Je kan met je lief bij hem terecht voor een goedkeuringsbriefje. Als de rest maar voor een tiende waar is dan komen er goede tijden aan voor de Hollandse Klorissen!
De tropenuitrusting! Een paar handige scharrelaars in de textiel hebben van de onkunde of de corruptie van de inkopers van de Kon. Landmacht meer dan handig gebruik gemaakt en een tropenpakket voor de combattanten samengesteld dat zijn weerga, op het gebied van grootscheepse zwendelpraktijken nooit meer zal tegenkomen! Daar kan iedere liberaal nog wat van leren. De onderbroeken komen absoluut uit de voorraad van een nonnenklooster waar op goed geluk een gulp in geknipt is. Aan de bovenband strikjes voor op de weelderige heupen en op zeer strategische plaatsen lusjes, kennelijk voor het vastleggen van extra lagen absorberende textiel. De hemden zijn eveneens van zeer verdachte origine. Eén van de jongens heeft wel eens een handje bij een uitvaartverzorger geholpen en denkt er het zijne van! Alles heeft later een groen kleurtje gekregen dat al vlug bij het wassen verdwijnt. De uniformen en vooral de mutsen in appelflap model zullen de groentjes later op Java een nooit meer weg te poetsen imago van lachwekkendheid bezorgen. Wapens en bepakking: alles de gewone duurbetaalde rotzooi van de Britten.
En dat is de voorbereiding voor een uitzending ver overzee, naar een totaal onbekend land, waar ze niks te zoeken hebben. OLH, ontferm U over dezen, zijnde Uw schapen!