Naar Huis.
Het wordt een zwarte dag voor de hondenbazen. De beestjes mogen niet meer mee en goede raad is duur. Op Java staat de hond niet in hoog aanzien en de meesten lijden een hongerig bestaan. De Chinees van een eettent hoort er van en komt om de tien honden vragen. Over de prijs is men het al vlug eens, voor iedere hond een flinke vette hap! De bazen hebben geen trek, maar tien diehards hebben wel zin in het dodenmaal, als het vlees maar van een geit of een paar kippen komt. Uiteindelijk worden dat er maar vijf, die gaan eten. Volgens de Chinese keukenleer moet een hond levend met een zware knuppel eerst helemaal verrot worden geslagen om door de dan pas echt vlot stromende adrenaline lekker te kunnen smaken! Gewapend met deze wetenschap eisen de eigenaren van hun zaakwaarnemer dat deze de lieve beestjes voor de leverantie eerst zelf doodschiet. Dit gebeurt en na veel gezeur over kwaliteitsverlies neemt Li genoegen met vijftig procent korting!
Een paar keer is er nog flink bonje met een vertrekkend KNIL bataljon en de batterij gaat zelfs af en toe, als stok achter de deur in stelling, om de heren tot bedaren te brengen. Bij het afscheid gaan er een paar duizend schoten uit de handvuurwapens de lucht in na het zingen van het Wilhelmus. Wat een zielig gedoe met die mannetjes, ze denken in Holland een vette baan in de Kon. Landmacht te krijgen. Een flinke trap onder de reet in de vorm van een ontslag uit de militaire dienst is de eerste kennismaking met het oude vaderland, dat ze nog nooit hebben gezien en voor de rest is het koukleumen in een barak bij een potkacheltje en de hap klaarmaken op een peteroliestelletje! Alle beetjes helpen voor de Kon. Gifmengersbende. En bedankt voor de bewezen diensten en een handje centen uit de bijstandswetjes!
Voor de lui van de batterij is er verder geen lol meer aan te beleven. Kamp aan de noordkust bij een kalkfabriek. Nog nooit ergens meegemaakt, hier staat de hele dag een harde bijna koude noordenwind en het stuift als de ziekte. Een gezelschap vaderlandse artiesten bedankt voor de eer om in deze zooi op te treden en rijdt gelijk, uitgefloten door de hele batterij, weer door.
Met stoflongen door naar Tjimahi en daar wordt het nog even lekker spannend. Geen wonder dat de batterij zo zwaar is opgejut en zo vlug mogelijk naar boven moest. Op een zondagochtend breekt de KST en gelijk de hel los. De langverwachte coupe! Adrie en Krijn hebben een paar kerkgangers weggebracht en rijden met hun blonde koppen door het centrum van Bandung. Al een paar dagen mogen er geen caps of petjes gedragen worden om verwarring te voorkomen. Overal op de kruispunten de Para’s in vol ornaat en met het geschut onder de arm! Een stel bruine Para’s legt het verkeer even stil en laten een Jeep met vier jonge TRI officieren uitstappen. Voor de knullen er iets van snappen liggen ze al gestrekt met het bekende nekschot op de stoep. Adrie scheurt met de Beep over de kruising, heeft even de nijging om de schutter te scheppen, maar wegwezen is veel beter. Overal in de stad wordt geschoten, de hele afdeling gaat in stelling, maar dat is onzin. Een paar uur later is het weer rustig. De coupe is mislukt, geen verstandig mens doet aan dat gekkenwerk mee. Het ontwapenen van de KST gebeurt door de MP en ze kunnen het zo maar zelf zonder hulp af!
De laatste paar weken worden een beproeving in oude Kon. Landmachtstijl en herinneren weer sterk aan de eerste tijd op Oud Tjandi. Kampement in een paar oude gudangs, alles zo lek als een mandje, in een hoosbui waait het dak van de hut en de spullen liggen een kilometer verder. Tientallen mobiele eettentjes voor de poort en dat is altijd een slecht teken. En het voer van de centrale keuken is dan ook echt niet om te vreten. Badderen in een tochtige tent met een laag vuil water op de vloer en poepen boven de kali! De rampspoed komt bij de fourier tot een hoogtepunt. Precies de rekrutentijd. Stapels van de grootste rotzooi. Hollandse uniformen. Passen in de vochtige hitte van de natte moesson. Waar dragen mensen zulke stijve planken, is het verdomd waar dat je dat weer aan je lijf moet? En het ondergoed, ‘OLH zij ons genadig in deze dagen van grote beproevingen!’ Van alles drie stelletjes. En weer de mutsen voor de debielen. Iedereen stampt de troep onder in de plunjezak om ze er een maand later in de buurt van Gibraltar walgend van de stinkende schimmel weer uit te halen. De laatste dagen lekker laveloos in de grote Oranjeclub en volop eten in de stad.
Als een mooie uitsmijter nog een geweldige knokpartij in de Oranjeclub, het enorm grote vermaaks onderkomen voor de Kon. Landmacht, waar iedereen zich voor een zacht prijsje kan bezatten. Of het door Hogere Machten zo is geregeld. De KST mag bij wijze van uitzondering nog een paar keer de stad in en het circus is bijna voltallig binnen de muren als per godsongeluk de helft van een berucht bataljon van de W-brigade binnen stapt. Regiefout van de Mil.Politie. Bij een gezamenlijke actie anderhalf jaar geleden op Oost Java is er iets onduidelijk gebleven. Dit oude zeer wordt hier grondig de wereld uitgeholpen. De matenclub zit tussen twee vuren, komt lelijk in de verdrukking maar Adrie pakt een barkruk en weet met ramgeweld de troep uit de ellende te halen. Ze komen tussen wat kennissen van de KST terecht en de oude maten zijn blij met de versterking. Danig gehavend weet de gerenommeerde vechtersbazenploeg buiten te komen. De Club is grondig verbouwd, ziet er uit als na een zwaar infanteriegevecht en is wekenlang niet meer te gebruiken.
Op een van de laatste dagen nog eens een heerlijk massage op een spéciaal adresje. Een paar Knil jongens zijn in de oorlog door de Japanners op vakantie gestuurd naar Thailand en hebben daar kennis gemaakt met een stukje folklore en deze wetenschap gebruikt om een paar lieve Soendanese meiden tot kunstenaressen te maken op het gebied van mannetjesverwennerij. De dames opereren in koppel op een groot luchtbed en krijgen het zo warm dat ze alles uittrekken, een lekker vet sopje maken en dan maar met het hele lieve lijfje de grote soldaat van alle kanten bewerken. De stevige borstjes met de harde puntjes worden heel handig gebruikt om voor nette opwinding te zorgen. Ze willen moeder en kindje spelen en fantaseren nog meer leuke dingen. Als ze denken dat Krijn er niet echt van geniet verzinnen ze weer wat anders en aan de dolle pret komt geen einde! Alle sensuele wapens worden ingezet, het keurig verzorgde poesje werkt als een stevig schuursponsje voor de vervellende billen. De eigen billen worden gebruikt om de buik van Krijn te bewerken en die geniet van het uitzicht op het schitterende flonkerende attribuut, het parelende knopje van de heerlijke schat met de stevige volle lipjes, versierd met glinsterende schuimbelletjes, alles in Soendanese uitvoering. Hij mag zelf absoluut niks doen, nog niet eens bewegen. En de mondjes en tongetjes en zachte handjes en gevoelige vingertjes spelen en plagen en wriemelen en raken gevoelige plekjes ergens een beetje binnen in een heel ongeweten en geheim gebiedje! De gevoelige tepels van Krijn vinden ze helemaal te gek en ze kunnen het maar niet laten, heel lief; strelen en zijn ze mooi roze dan geniepig de scherpe nagels er in. Over nagels, dat zou het Hoofd ook wel lekker vinden. Verder alles vedertjes licht en maar net rakende mis en maar net kantjeboord en de vulkaan pegel wordt steeds groter! Het rommelt en schokkende bewegingen kondigen de uitbarsting aan! Kreetjes van bewondering, als het niet meer te houden is en ze roepen: adoe, banjak ajer. En het laatste drupje moet er uit! Ze doen net of dat helemaal de bedoeling niet is geweest. Maar als vakkundige masseuse laat je toch geen leuke klant in staat van onhoudbare opwinding vertrekken! Schoner en netter kan het niet. Geen moeder verzorgt haar baby beter. Tot slot op de belangrijke plaatsen een klein beetje lekker warme prikkelende obat Matjan en je zou zo weer opnieuw kunnen beginnen! Zelfs de natgeregende broek en overhemd zijn weer droog en gestreken en ze houden alles op en knopen met veel spijt en een paar tranen het overhemd van Krijn dicht. Ze weten dat het voor hem de laatste keer is en ze maken zich zorgen om de dag van morgen. Als er ver weg in dat koude land nou ook maar zulke lieve meiden zijn voor de blonde soldaat, ze zijn er niet erg gerust op en Krijn ook niet. En alles voor een klein beetje geld. Krijn geeft veel meer dan ze vragen en is daar de volgende dag vreselijk blij om. Dévaluatie, weer zo’n ploertenstreek om de kleine man te pakken. Alle bankbiljetten door midden en de linkerhelft is echt dan maar de helft waard! Haal uit je winst. Mooi dat alles al op de Hollandse rekening staat!
Met de trein naar de haven. Krijn zweert nooit meer in dit land terug te zullen komen. Dit vertrek is erger dan dood gaan! Ondanks alle beleefde ellende is dit hartverscheurend. Nooit meer dit land, nooit meer die heerlijke warmte, nooit meer zo’n rank lijfje, nooit meer die begerig woelende handjes over je buik en tussen je benen in je slaap. Godverdomme.
Weer bewaking van de kalkemmers. Zeker bang dat je de boot niet op wil. En overal fluitende en gore dingen roepende jongelui en godbetert het een stel Heren van de TNI bij de loopplank die even aan de plunjezakken willen voelen. Wat een vernedering. En waar komen we nu weer op terecht? Een stinkpraam of een afstandse dekschuit? Het zal nu zeker geen cent meer mogen kosten, rot maar naar je zooitje!
Maar het wonder gaat geschieden. Een ontvangst door de Captain zelf, iedereen krijgt een hand van de gezagvoerder en de eerste stuurman en de bootsman. Allemaal welkom aan boord van het grote Italiaanse emigrantenschip. Wat een schuit, spierwit met groene en rode dekken en alles aan boord even ruim en heerlijk ruikend schoon. Riante hutten, eigenlijk meer zaaltjes en heel rare dingen, bedden met kussens, krakende lakens en een dun dekentje. Geen klamboe, niemand doet de eerste nacht een oog dicht. Volop zoet water om te wassen, al wil je drie keer op een dag onder de douche! Hoe is het mogelijk, uit de plafonds komt een koel windje en je kruipt graag onder het dekentje. En allemaal gelijk aan tafel, netjes bediend Het eten is prima, alleen de sla begint vlug te vervelen en de jongens mekkeren als geiten. Op zondag een halfje rode wijn! Heerlijk de hele reis niks doen. De gebruikelijke uitslovers schilderen de hele boot vanonder tot boven en vinden het jammer dat ze niet in een bootsmansstoeltje buitenboord mogen hangen om gelijk de hele romp te doen! Een zeereis als op een cruisschip en niemand krijgt zelfs maar de kans om zeeziek te worden.
Leo praat alles nog een paar keer door met de maten. Hij verzamelt van iedereen die het wil de adressen en curriculum vitae en vraagt of ze contact willen houden. Het gaat allemaal uit als een nachtkaarsje. Zaken die voor een paar weken nog van groot belang waren en met leven of dood te maken hadden zijn als in het niet verdwenen. De jongens vallen in een diep zwart gat, niets lijkt nog van belang. Niemand heeft enig idée van wat gebeuren gaat, de meeste leven in de roes van het weerzien en denken verder nergens aan. Leo heeft plannen om in de toekomst zijn documentatie te gebruiken om een paar van de grootste ellendelingen, die het al te bont hebben gemaakt bij diverse akties en zwendelpartijen, aan te pakken. Zijn vader is er dan fel tegen. Volgens hem maakt hij geen schijn van kans. De hele ploertenbende zal zich als één man op hem storten. Geen enkele instantie zal een mogelijkheid bieden om een vervolging in te stellen. Zelfs voor een proefballonnetje geen enkele kans. De enige manier is een Jan-Willem actie en dat ging alleen maar in de goeie ouwe tijd. Zo ver is het al, praten over tempo dulu!
Op de kade staat de Prins op een schavotje:
‘allen haartelijk wilkommen en bedankt voor het goede werk, jammer dat iek er niet bai was. Maak oe geen zorgen voor werk, die kolenmienen staan wagenweid open voor oe!’ en nog veel meer gelul in de ruimte van gelijke strekking van onder de peteroliemannenpet. Verder een kopje koffie en paar tientjes handgeld en oprotten met de zooi!
Thuis is alles nog precies eender. Corrie heeft moeite met de grote broer, het is een vreemde vent geworden en het is echt wel even wennen. Vader en moeder zijn stil, er is zeker wat. Na lang aarzelen komt de aap uit de mouw. De Post heeft het salaris van Krijn voor zeventig procent al die jaren doorbetaald en dat is mooi besteed aan het huishouden bij gebrek aan inkomsten van de kostwinner. En het spaarbankboekje is ook nog leeg geplunderd. Vader heeft zich niet al te druk gemaakt, waarom zou hij? Krijn snapt er niks van, nooit ergens voor getekend. Cor, de oom die nooit oom is genoemd, werkt ook op het Postkantoor en heeft alles zo geregeld om van de ellende af te zijn en iedere maand zelfs nog een leuke fooi van moeder opgestreken als hij het envelopje kwam brengen. Jaapje, één van de maten heeft bij dezelfde baas op een andere plaats zoveel kunnen sparen dat hij een half jaar later met gemak een compleet huis kan inrichten en gaan trouwen.
‘Welkom ongeluk als je alleen komt,’ zeggen de zeevissers. Op het Postkantoor is geen plaats meer voor Krijn. De nieuwkomers hebben de bui al zien hangen, zijn vlug getrouwd om niet het risico te lopen overgeplaatst te worden. Dat is onmogelijk door de woningnood. Krijn mag dankbaar zijn voor een baantje in Schiedam, het kantoor daar is de personeelszinkput van het hele Postdistrict en de baas een onmogelijk stuk minkukel! En daar dan maar een armoedig kosthuis opzoeken.
De balans is vlug opgemaakt. Opbrengst van vier bange jaren ellende en verdriet, je te barste lopen, behandeld worden als een schurftige hond en voor schietschijf spelen: het saldo is nul komma nul! Jaren van achterstand op de collega’s die hun studie al hebben afgerond en de beste baantjes hebben weten te versieren. Weer het vuile werk en je kop dicht houden. Het wordt weer dezelfde zooi in dit benauwde benepen rot land en het zal nooit veranderen. Tien jaar werkt Krijn zich te barste en dan wordt het pas weer een beetje beter voor hem en iedereen.
Maar altijd blijft er wat knagen, de trauma’s opgelopen in de jeugd, later in de oorlog en in Indonesie. Tegen zijn zestigste stort Krijn helemaal in elkaar. Een syndroom van een paar letters. Een heel verstandige huisarts en zijn eigen ijzeren wil houden de schade beperkt en hij kan gaan genieten van zijn pensioen, zonder iedere dag om de paar uur een groen of een geel pilletje. Maar nog steeds bestolen en belazerd en voorgelogen van alle kanten!
In het jaar 2005 is dit fantastische land helemaal naar de sodemieter geholpen. De meeste grote zaken en fabrieken zijn de nek omgedraaid op de beurzen of in het buitenland verkwanseld In grote delen van de steden en af en toe zelfs in je eigen dorp kan je niet meer terecht met je moerstaal. Kijk je vol verbazing naar rare bouwwerken in zacht rose en geel met torentjes en lui op sloffen in een jurk die door grote luidsprekers boela-boela blerren. Iedere keer als je de televisie aanzet denk je dat je op de Congo staat afgestemd en de voetballers in het grote stadion met de altijd verrotte grasmat hebben rare namen en krijgen bananen toegeworpen door het publiek. En je moet maar niet proberen te verstaan wat ze van de Fside vandaan roepen! En wat heeft die Israelische club er eigenlijk mee te maken? Een omgekeerde dominee, die spuiten aan levende doden uitdeelt en begrip heeft voor het stelen van tasjes van ouwe vrouwtjes door zijn discipelen, sleept iedereen voor de balie die niet meewerkt. Een huurmoord is in Amsterdam in de kroeg op de hoek voor een schijntje en met levenslange garantie te regelen. Loop je in de stad met een fototoestelletje op je buik dan komt een lul van de Politie geholpen door z’n opgetrommelde vriendin uit Casablanca tegen je zeggen dat je geen diefstal uit mag lokken. In je eigen bed in je eigen huis wakker worden van de stank van de biggetjes van een Brabander. Deze gore ellendeling heeft een gaatje in het stomme bestemmingsplan van een incompetente wethouder gevonden. Een stinkende stront verwerker heet Fleuren en Geuren en stuurt lekker ruikende folders rond. Geen hond weet wat er op het industrieterrein gebeurt en dat is maar goed ook. Het pensioen van een half miljoen mensen brokkelt af door mislukte kunstjes op de beurs en het gezwendel van de gouden handdrukmannetjes. Tussen het neuken door ontfutselt de President-Directeur van een wereldconcern zijn vierde aanstaande ex een paar geheimpjes die ze weer bij het neuken met een andere multinational rakker al fakend aan de weet is gekomen. Verdient even een paar miljoen Euro clandestien op de beurs en is boos als het in de krant staat. Piet de Dief van de 10% was een debiele kruimeldief vergeleken bij de bazen van Albert de Gain met een super zwendel zaak van wereldklasse. Aan de kassa van dezelfde mafkezen word je in het klein, maar even effectief, uitgeplunderd! Een hysterische tante met een ministersportefeuille helpt met een paar vriendinnen het hele vervoer naar de bliksem en strooit met miljarden voor de bouwfraudeurs. Wie nog meer wil weten moet de Telegraaf maar een paar keer kopen!
Even gloort er hoop. Een luimige homo met een mooie auto, twee schattige hondjes en een butler zet met een paar boeken en een serie columns en met zijn charismatische verschijning op de TV heel Nederland op zijn kop. Hij wil aan de verkiezingen mee gaan doen en het wordt een grandioos spektakel. Heel Rood en Paars en de rest van de regenboog zwendelzooi lazert in elkaar en de pluchezitters vliegen als kippen zonder kop overal heen.
Voor dat het een complete ramp wordt komt de Hemel zij dank een super Jan-Willem, niet met een luxe Baretta, maar met een ordinair goedkoop rot pistool, de zaak voor het establishment nog net op tijd redden. Een geschenk uit de hemel, alle grote regerings en partijbonzen trekken die avond de gordijnen dicht en de flessen open, dat was maar net op het nippertje!
Later nog zoiets, weer een politieke moord in Holland. Onze lieve nationale schreeuwlelijk wordt door een halve gare radicale Muzelman even naar de andere wereld geholpen. Na een serie voltreffers uit een pistool van nog steeds onbekend merk wordt Theo ook nog eens even van oor tot oor de strot afgesneden. Het echte oude handwerk, geen slagersknecht te vinden die dat nog kan.
Het verdriet van de radeloze scharen overschrijdt alle materiele grenzen. Tienduizenden Verkadelichtjes op de stoep, magazijnen vol knuffels leeg, de bloemenveiling een week lang uitverkocht en na de optocht en de uitvaart zestig ton afval voor de Gemeentereiniging en overschrijding van alle budgetten van Politie en Brandweer. De laatsten houden zijn vliegtuig nat als het eerste slachtoffeer in zijn witte kistje naar zijn marmeren huisje in Italie vertrekt. Een maffiabaas maakt ook een laatste ritje met een koninklijke witte koets met veel mooie paarden en een vloot lelieblanke Mercedessen en een stoet domme blondjes in minkjassen en dat is ook een mooie happening, maar het publiek werkt niet erg mee.
Met een daverende slag en nog meer ellende valt de Minister-President op zijn platte bek en de wallen onder zijn ogen zijn bijna niet meer te torsen. De troostprijs is een beste plaats in het lofzangkoor van de Olieboeren en een vinger in de KLM-pap. en vast en zeker hier en daar een mooie bonus of handdrukje. De rest van de Paarse club moet het doen met de bekende beroering van het zitvlak.
Het vervolg is diep treurig. Weer heeft niemand wat geleerd, zelfs de oliebollen van Ome Wim zijn weer op volle sterkte en Rooier dan ooit tevoren. Een parmantig mannetje met een Zondagsschool kapsel, een eigenwijs brilletje en meester in het tongzoenen volgens Katja en haar vriendin gaat in de clinch met net zo’n dreumes uit de Rode School en ze maken het land met hun eigen normen en waarden voor een jaar onbestuurbaar.
En op het eind van het jaar gaat de Prins met de Peteroliepet ook nog eens dood! Wat een ellende voor alle oudstrijders. Uit hun gelederen worden de beste vriendjes gemobiliseerd, in het pak gehesen en voorzien van alle mogelijke nieuwe blikwaren aan een lintje. Af en toe wordt er eentje voor de kamera van de TV gesleurd en verdomd: ze slaan nog steeds het zelfde taaltje uit van Wolverhampton en dat verrekte Sandhurst. Volop de ‘hot potatoe’ en de ‘stiff upperlip.’ Ze zullen wel officier zijn geweest. Het zijn meestal de bekende figuren, overal staan deze jongens vooraan met de fruitsalade netjes op de borst. Gewone mensen hebben geen geld voor het ontwikkelen van dergelijke afwijkingen. En ze hebben dat heerlijke spraakgebrek van ‘veel in het buitenland geweest’ en dus zijn de goede woorden uit de moerstaal niet zo voor de hand liggend. Het gelul gaat met die typische articulatie opvallend veel lijken op dat van de dooie prins. Opvallend afwezig zijn de Marva’s en Milva’s. Als ze nog leven uit die jaren zal het onderstel het wel hebben begeven. Dat heeft enorm veel te lijden gehad in al die zware tijden. In een rolstoel paraderen voor een dooie Prins is helemaal geen gezicht.
Krijn hoopt dat de Prins met de grootst mogelijke militaire eer naar de grafkelder van de Oranjes gereden zal worden. Heerlijk alle grote tetter en blaasclubs in de nette pakken. Onmisbaar zijn hierbij de Scots Guards met de Pipeband. Daar gaat ieder haartje op je armen recht van overeind staat. Daar zouden al die ‘vriendjes’ van de Prins eens voor moeten zorgen. De fondsen zijn voor zoiets zijn toch wel te vinden. Dat kunnen die gasten heel goed.
En diep in de zeventig gaat Krijn, temidden van alle dagelijks geweld, tierend en lasterend met een rot boek alle ellende van zich afschrijven. Laat de hele zooi de tering krijgen! Godverdomme, stelletje hufters!