Verhalen door:
Eijgelsheim Eric Geugten J.E. van der Groot, Kees Hofwijk J.W. Indonesië
Jonge, Jaap de Kol, van H.
Kuin, Herbert Levert-van der Mijll Dekker, Els
Melati van Java
Nuhoff, Betsie Numans, Mary Pieters, Lody
Putten, Krijn van
Renesse, Lucie van
Tebbenhoff H. Velleman, Luwi Verschuren, Naomi Hoorspel / Luisterboek
Documentaire films
Spoorloos
Verhalen in Pètjoh Boomsma, Graa Brooshooft. P (Toneel) Daum P.A. Dijk Ko van Hella Haasse Keuls, Hans Louis Couperus Mark Loman Multatuli Olaf J. De Landell Pramoedya Ananta Toer Soer Josephine Székely-Lulofs M.H. x - MP3 Software |
Verschuren, Naomi - Gouden handdruk 5
Ieder kamp moest ongeveer 500 krijgsgevangenen kunnen herbergen. Een afrastering om het kamp werd niet gemaakt. De onmetelijke en ondoordringbare wildernis om hen heen maakte iedere vluchtpoging al bij voorbaat onmogelijk. De aan te leggen Birmaspoorweg scheen voor de Japanners van grote betekenis te zijn want zij dwongen de gevangenen hard en langdurig te werken. Ploegen Het eerste werk bestond uit het vrijmaken van de strook waar de spoorbaan moest komen. Er werden ploegen van 10 man gevormd die onder leiding van een bewaker 200 vierkante meter per dag moesten vrij maken van bomen en struiken. Als men geluk had dan lukte dit ondanks het gebrekkige handgereedschap dat men ter beschikking had. Zat het werk tegen omdat men bijvoorbeeld veel dikke bomen tegenkwam dan moest de groep doorwerken tot het stuk van 200 meter klaar was. Het dagelijks eten was schraal en minimaal. Gekookte rijst, soep en water. Suiker, zout of vet was er niet en het duurde niet lang of het zware werk en de schrale pot verzwakten de gevangenen. Dysenterie en malaria braken uit en de eerste mannen stierven, maar steeds weer werden de onteerden tot grotere inspanningen gedwongen. Een geluk was dat een groot gedeelte van de spoorlijn langs rivieren liep zodat de mannen in een enkel uurtje vrije tijd zich konden wassen of soms ook kans zagen een visje te verschalken om daarmee het ontoereikende menu wat aan te vullen. Horloges, pennen en andere spullen van waarde werden aan de bewakers verkocht of geruild voor een klein beetje voedsel. Het was de bewakers toegestaan te kopen en te ruilen. Het bestelen van de gevangenen werd echter zwaar gestraft. Zo was Kees er eens getuige van dat een Japans officier werd doodgeschoten omdat hij een horloge van één van de gevangenen had gestolen. Zwaarder Zwaar zieke gevangenen die niet meer tot werken in staat waren werden afgevoerd en de eerste tijd wist men niet wat er met deze mensen gebeurde. Uit angst stelde men het zich ziek melden zo lang mogelijk uit en vaak met fataal gevolg. Het zware werk en de honger begonnen steeds een hogere tol te eisen. Veel krijgsgevangenen werden ziek en omdat er vrijwel geen medische voorzieningen waren, stierven er dagelijks mensen aan dysenterie of malaria. De slachtoffers werden door de gevangenen langs de spoorlijn begraven. Hoewel het niet was toegestaan kontakt te hebben met de Siamese bevolking lieten de Japanners oogluikend toe dat men soms een beetje suiker kocht van de inlanders. Het was een soort suikerstroop en de gevangenen waren als kinderen zo blij als zij hiervan een klein schepje konden bemachtigen. Op een avond kwam Kees terug van zo'n suikertocht toen ze werden opgewacht door een Nederlands officier. Het was kapitein Paardekoper die onder de andere krijgsgevangenen niet zo goed stond aangeschreven omdat hij erg goed met de Japanse bewakers op kon schieten. Creatie datum : 03/06/2009 @ 10:53 Reacties op dit verhaal
| Zoeken
Bezoekers 01-01-2008
1271883 Bezoekers 5 Bezoekers online TopArtikelen
|