Uw Indisch verhaal, hoorspel of luisterboek op Internet.

http://www.semarang.nl/verhaal/

Gouden handdruk 11 (Verschuren, Naomi)

Lees voor met webReader
 

Het grote wachten
Men ging terug naar de barakken en het grote wachten begon. Voor het eerst na al die verschrikkelijke jaren kon Kees 's nachts niet meer slapen. Urenlang lag hij klaarwakker te denken aan wat er ging komen, hoe het thuis in Zeeland zou wezen, over wanneer men hier ging vertrekken en wie er nog over zouden zijn van al die mensen die hij al zo lang niet meer had gezien.
Op een morgen bleken de Japanse bewakers te zijn verdwenen en het was maar goed dat de geallieerden vanuit de lucht eten en kleding afwierpen want de karige Japanse voedselvoorziening was inmiddels geheel tot stilstand gekomen. Toch kwam voor veel krijgsgevangenen het afgeworpen voedsel te laat. Ze hebben het nog zien vallen en ze hebben er nog van kunnen eten maar het was wel hun laatste genoegen. De totale uitputting eiste ook in de komende weken nog mensenlevens.
Slechts heel langzaam verbeterde de situatie en pas drie weken na de officiële capitulatie kwamen de eerste geallieerden het krijgsgevangenkamp binnenwandelen. Zes Amerikaanse soldaten en een officier die was uitgedost als Buffalo Bill. Een cowboyhoed op zijn hoofd en aan zijn laag loshangende koppel twee revolvers met ivoren handgrepen. De officier klom op een leeg olievat en begon de ex-gevangenen toe te spreken. Zijn toespraak was heel kort: "Ik weet wat jullie hebben geleden; Je bent nu vrij; Je mag alles hebben wat wij hebben; De rekening gaat naar General Mac."

Hulpmachine
Tot 27 september 1945 bleven de ex-gevangenen in het kamp maar toen kwam dan ook een goed gesmeerde en efficiënt werkende Amerikaanse hulpmachine op gang om de mannen te wassen, te kleden, medisch te verzorgen en af te voeren. Voor de kust was een groot Amerikaans vliegdek- schip voor anker gegaan. Via Nagasaki werd men daarheen gebracht op kleine boten. Het gehele reusachtige schip stond vol met veldbedden. In de vliegtuighangars, gangen, magazijnen en recreatieruimten, overal waar maar een plaatsje vrij was stonden fris opgemaakte slaapplaatsen klaar om de duizenden die de hel hadden doorstaan te ontvangen. Ze werden aan boord van het vliegkampschip geholpen door dezelfde keiharde marinemannen die op en om de Zuidzee-eilanden zoveel hadden moeten doorstaan in hun strijd tegen de verbeten vechtende Japanners, maar die bij het zien van deze ex-krijgsgevangenen toch hun tranen de vrije loop lieten.
Kees werd doorgegeven aan twee Marva's die hem naar de doucheruimten brachten waar zij hem grondig begonnen af te boenen, daarna met desinfecterende middelen bespoten en hem van schone kleren voorzagen. Daarna naar de dokter voor medisch onderzoek. Veel van de ex-gevangenen werden op een speciaal dieet gezet om te voorkomen dat zij alsnog het loodje zouden leggen door het overvloedige voedsel.
Het was nacht toen het reusachtige vliegdekschip voor de kust van Nagasaki wegvoer en open zee koos. Tussen de frisse lakens lag Kees op zijn bed klaarwakker te luisteren naar de geluiden van het vertrekkende schip. De hel was voorbij en de weg naar huis was begonnen. Wat Kees echter toen nog niet wist was dat het toch nog vijf lange jaren zou duren voor hij weer in Zeeland thuis zou zijn.

De weg terug
Het Amerikaanse vliegdekschip bracht duizenden bevrijde krijgsgevangenen naar Manilla waar alles in het werk werd gesteld hen weer op te knappen. Na twee maanden rust en revalidatie werd Kees met de overige Nederlanders overgebracht naar Balik Papan waar het Nederlandse gezag zich weer over hem ontfermde. Daar moest Kees weer leren om in het gareel te lopen, zijn meerdere te groeten, zich aan de regels te houden omdat de regels nu eenmaal zo waren en kwamen piepjonge officieren lesgeven hoe men zich in de rimboe in het leven kon houden als men van de troep was afgesneden.