De gevangenissen in Semarang.
Deel 2.
Het station is er vrij ver gelegen van het centrum der stad. Van deze bezocht ik op twee avonden de meest typische buurten, terwijl een geheele dag werd gewijd aan het bezoeken der gevangenissen, waarmede Semarang zoo rijk gezegend is.
In het Chineesche kamp zag men, als voorbehoedmiddelen tegen de gevreesde pest, eigenaardige poppen gcplaatst op de huisaltaren, waar gewijde kaarsen voortdurend brandden. In het lokaal van het Leger des Heils woonde ik een godsdienst-oefening bij; en het trof mij, dat de bezoekers meestal vrouwen waren, niet weinig Chineezen en eenige bedelaars uit de gevangenis, die wellicht eenig bewijs van dankbaarheid wilden geven aan deze apostelen der liefde, die zelfs in de spelonken der zwartste ellende en der diepste ontaarding nog een woord van troost en ontferming komen verkondigen.
Langs den weg zag men minder bedelaars dan regel schijnt te zijn, daar velen in de barakken bleven, waar hun driemaal daags een maal warme rijst werd verschaft.
In een Chineesch speelhuis, waar ik niet zonder eenige moeite binnendrong, daar.de toegang aan Europeanen streng ver-boden is, was het warm en rumoerig; de rijksdaalders rolden er gelijk de gouden tientjes te Monaco; de hartstocht voor het spel stond op vele gezichten te lezen.
Na nog wat te hebben gezworven langs Inlandsche kampongs, een gedeelte der voorstelling van een "wajang-orang Solo" te hebben bijgewoond, en bewijzen te hebben gezien van de clandestiene prostitutie van vrouwen van Europeesche, soms vrij hooge afkomst, ging het naar de verblijven der Indo-paupers.
De een had in zijn huis een toevlucht verschaft aan een drietal Indo-dames, en het dus herschapen in een clandestien bordeel; een ander verkocht in het geniep sterken drank aan militairen sedert hij zelf zijn paspoort had gekregen; een derde schaamde zich niet, te erkennen dat hij een clandestien speelhuis had opgericht, verklarende dat dit voor hem het eenige middel was om van zijn f 10.50 pensioen per maand met vrouw en vijf kinderen te leven.