Verhalen door:
Eijgelsheim Eric Geugten J.E. van der Groot, Kees Hofwijk J.W. Indonesië
Jonge, Jaap de Kol, van H.
Kuin, Herbert Levert-van der Mijll Dekker, Els
Melati van Java
Nuhoff, Betsie Numans, Mary Pieters, Lody
Putten, Krijn van
Renesse, Lucie van
Tebbenhoff H. Velleman, Luwi Verschuren, Naomi Hoorspel / Luisterboek
Documentaire films
Spoorloos
Verhalen in Pètjoh Boomsma, Graa Brooshooft. P (Toneel) Daum P.A. Dijk Ko van Hella Haasse Keuls, Hans Louis Couperus Mark Loman Multatuli Olaf J. De Landell Pramoedya Ananta Toer Soer Josephine Székely-Lulofs M.H. x - MP3 Software |
Levert-van der Mijll Dekker, Els - Semarang 1b
Semarang - deel 1b8 april 1942Mary le Comte uit Bandoeng terug.Fernande komt afscheid nemen. Ze gaat naar Bandoeng. 11 april 1942Telefoon van mevrouw van den Bergh dat Soedardjo een brief van Flip heeft meegebracht.Daar het al vijf uur 's middags is kan hij niet meer naar boven en ik niet meer naar beneden. Brief van Annie. Zij en de kinderen goed. Herrie is ver-mist en waarschijnlijk door de bevolking vermoord. Katjongs: inheemse straatjongens. Tambi: de onderneming van Van Stein Callenfels in de bergen. Paard en zadel: een dwaas idee. Een Europese vrouw te paard in de stad zag je voor de oorlog niet. Niet opvallen: In de pers en radio wordt een hetze tegen de Europeanen gevoerd. De Europese vrouwen mogen op straat geen shirts of lange broek dragen, moeten ingetogen gekleed zijn en geen uitingen van vrolijkheid geven. Gezegd moet echter worden dat Europese vrouwen buiten de kampen tijdens de Japanse bezetting geen haar werd gekrenkt. Maar als je er op dat moment in zit weet je maar nooit.... Oude fiets niet inruilen: de fietsenman zag kennelijk meteen aan kleur of type dat het gestolen waar betrof. Vermoedelijk heeft Els dit rijwiel later weggegeven of achtergelaten: spijtig van de f.20.-. Bij onderwijzeres Holzapfel aan huis volgden de kinderen wat lessen maar het stelde weinig voor. Niet meer naar boven: de Japanse avondklok geldt nog steeds maar wordt 5 juni opgeheven. Soedardjo, een oude getrouwe, is een hoofdtoekan van de fabriek en lid van de landwacht Siloewok. Herrie vermist: tragisch nieuws. Herrie is Flips oudere broer en laat zijn vrouw Juul en drie kinderen na. De omstandigheden van zijn dood in de binnenlanden van West-Java zijn nooit opgehelderd. Annie uit Batavia is Flips en Herrie's zuster: zij en haar beide kinderen zullen de oorlog overleven. 12 april 1942Om zeven uur al bij mevrouw van den Bergh.Daar brief van Flip gelezen en beantwoord. Ik heb een mand vol lekkers en sigaretten. De vorige zending is gelukkig goed aangekomen. We gaan samen de stad in en kopen nog een boel brood en worst. Soedardjo zal om negen uur teruggaan. Ik wacht tot tien uur op het station en ga dan weg als hij er nog niet is. Mevrouw den Dulk opgezocht die in 't Elisabeth gasthuis een baby gekregen heeft. 's Middags mevrouw van den Bergh opgebeld. Soedardjo niet geweest. De stadswacht is overgebracht naar de kazerne van Djatengaleh. De dames blij: betere behandeling. Sigaretten: Flip rookte Players, een Engels merk dat nu natuurlijk een zwarte-markt artikel geworden was. Er werden op Java sigaretten gemaakt van verschillende merken, o.a. 'Mascot', 'Davros', Double Ace'. Deze sigaretten kostten in 1942 12 tot 20 cent per pakje van tien. Cellofaan en kunststof was er nog niet, ter bescherming tegen de tropen zaten importsigaretten per 50 stuks verpakt in ronde 'sealed' blikjes. 'Double Ace','Davros' en 'Mascot' werden door de merken 'Sekido','Mizuho' en 'Kooa' vervangen. Daarnaast had je de krètèk-sigaretten met kruidnagel maar die werden door Europeanen niet gewaardeerd. Brood en worst zijn prijzige delicatessen, is het slim om die in de gevangenis te laten bezorgen? De gevan- genis Djatengaleh blijft voor Europese mannen uit Semarang, Japara en Kedoe tot augustus in bedrijf. Daarna worden deze afgevoerd naar Soerabaja (Boeboetan) en Kesilir, van daar uit naar elders. Uiteraard werd de achtergeblevenen nooit medegedeeld waarheen de mannen werden weggevoerd terwijl kampbe- woners niet mochten schrijven of telefoneren. Gevangenen verdwenen dus met onbekende bestemming. 13 april 1942's Middags weer mevrouw van den Bergh opgebeld.Soedardjo is 's morgens een uur geweest en vertrokken. Heeft iets gezegd over vrachtauto's die binnenkort naar Gollie zullen gaan. Misschien kan ik daarmee naar Siloewok. 15 april 1942Sinds eergisteren geen krant meer.Vanmorgen zijn de geïnterneerde stadswach-ters en politiemensen naar Soerabaja overgebracht. Gollie: satellietonderneming van Siloewok. Met de 'vernieling' van Siloewok waren daar machine- onderdelen heengebracht die nu terug moeten: Siloewok zal weer in bedrijf worden gesteld. Uiteindelijk is het spul onder geleide met grobaks (ossenkarren) naar Siloewok vervoerd. Op Gollie werd niet gerampokt. Wonder boven wonder verschenen er de eerste bezettingsweken nog enige Hollandstalige kranten. Toen die verboden werden begonnen de geruchten pas echt welig te tieren. Men was verder aangewezen op nieuw verschijnende Maleistalige kranten vol Japanse propaganda. Een enkeling had nog een ongeregis- treerde en niet verzegelde radio maar op luisteren naar buitenlandse (kortegolf) zenders stond de doodstraf. Radio's hadden electronenbuizen, de huidige transistorradio's en miniradio's op batterij bestonden nog niet. 16 april 1942Reispas gehaald voor mezelf om naar Weleri en terug te gaan.Ik zal afwachten of er weer iemand van Siloewok komt om dan, als Flip het goed vindt, 2x24 uur over te komen. Ik wil hem zo graag spreken en zien. Het aanvragen en verkrijgen van een reispas duurde bijna een hele dag, later meerdere dagen. Geld kostte het ook want voor niets gaat alleen de zon op. Reizen door Europeanen werden in principe tegengewerkt. De reispas was nodig als men de residentie verliet en helaas lag Siloewok in de residentie Pekalongan. Later zijn voor goederen die de residentie verlaten ook vergunningen nodig waardoor de handel stagneert. 17 april 1942Mevrouw van den Bergh belt in mijn afwezigheid op.Ze heeft een telefoon van haar man gekregen die vertelt dat Flip sinds dinsdag met andere administrateurs uit de buurt - o.a. Robertsen - in Batang is geïnterneerd. Althans ze zijn naar Ba-tang gebracht, verder weet niemand iets. Dadelijk na thuiskomst als ik het bericht hoor bel ik van Hasselt op. Gelukkig kan dat weer - maar ik hoor niets meer dan wat ik al via mevrouw van den Bergh gehoord had. Het heette voor vijf dagen te zullen zijn. God, hoe zal hij het daar hebben? Morgen zal er iemand van Siloe-wok komen. Batang is een gehucht dat nu aan de provinciestad Pekalongan is vastgebouwd. Er bevindt zich een gevangenis en een politiekazerne: beide bestaan nog steeds. 18 april 1942Om tien uur komen Parman en Wasla.Parman werd al eerder vermeld, Wasla is de oudste djongos van de besaran van Siloewok Sawangan. Brief van van den Bergh die vertelt dat Flip dinsdag om elf uur 's morgens bij de Assistent-Wedonoh geroepen werd om met een Japanse officier besprekingen te voeren. Drie kwartier later belde de Assistent-Wedonoh Van den Bergh op. Hij deelde mee dat Flip mee was naar Batang daar de tolk in Batang was achtergebleven. De officier had Flip ook gezegd dat hij zich niet angstig of zenuwachtig hoefde te maken daar er geen vuiltje aan de lucht was. De volgende dag 15 april toen Flip nog steeds niet terug was stelde Van den Bergh zich in verbinding met de commandant van politie te Pekalongan. Deze bleek echter geïnterneerd evenals de Resident en zowat alle andere volbloed Europeanen. Van den Bergh heeft toen ook nog mevrouw van Hecking Colenbrander opgebeld die dit bevestigde. De administrateursvrouw van Hecking Colenbrander was nog vrij. Ze verbleef nu in Pekalongan niet ver van Batang waar Flip en de andere administrateurs gevangen waren gezet. Zij was het doorgeefluik voor hulp en boodschappen aan de gevangenen. Van een van haar kennissen, een administrateursvrouw, had ze gehoord dat een Japanse officier gezegd had dat het een questie van ongeveer vijf dagen was. Intussen blijkt ook Robertsen geïnterneerd. Daar de twee brengers zo spoedig mogelijk terug moeten schrijf ik gauw een briefje aan van den Bergh met verzoek moeite te doen om Flip verschoning, zeep, scheermes en een veldbed te sturen. Verder schreef ik in het kort wat ik van mevrouw Ebeling gehoord had over het belang van Siloewok als cacaoland daar cacao voor de Jappen een zeer geliefd produkt is. Rubber hebben ze al in overvloed. Als men wat voor Siloewok gedaan wil krijgen moet men dat naar voren schuiven en als men wat bij de nieuwe autoriteiten gedaan wil krijgen moet Flip persoonlijk naar de nieuwe HBS in Semarang gaan want daar zetelt de economische groep. Via het oude Binnenlands Bestuur bereikt men niets. Naar mevrouw Ebeling om haar de brief voor te lezen. Thuis gekomen heeft mevrouw van den Bergh opgebeld om te zeggen dat ze de volgende dag naar Siloewok gaat met haar zwager, van den Bergh's broer. 's Middags besluit ik ook de volgende morgen naar Siloewok te gaan, misschien kan ik toch door naar Batang en hem opzoeken. In ieder geval hoor ik daar meer. 19 april 1942Kwart voor vijf opgestaan, kwart voor zes met de fiets naar mevrouw van den Bergh.De fiets daar achtergelaten en met mevrouw van den Bergh en Robbie per betjak naar station Pontjol. Haar zwager is al vooruit om kaartjes te kopen. De economische groep: de Gunseikanbu Saibay Kygyo Kanri Koodan welke alle bergcultuurondernemingen zou gaan beheren. Er heeft steeds een onderscheid bestaan tussen de Japanse 'economen' en het Japanse leger met de beruchte Kempei Tai. Deze met de Duitse Gestapo vergelijkbare instantie was officieel de Japanse militaire politie en verantwoording schuldig aan de militaire commandanten. Onder de Kempei Tai ressorteerden de voormalig Hollandse en nu inheemse politie alsmede de onder Japans gezag gestelde en van Indo's en Hollanders gezuiverde PID: de vooroorlogse Politieke Inlichtingen Dienst, omgedoopt in Tokakai. Daar de Japanners de taal niet spraken en de streek niet kenden moesten zij blindvaren op de nu geheel uit 'foute' inheemsen bestaande Tokakai-organisatie. De hoofdtaak van de Tokakai was het bespio- neren van Europeanen en Chinezen middels een leger van verklikkers. De Kempei Tai trad zonder enige intelligentie op maar wie in hun handen viel was zijn leven niet zeker. Het resultaat was wel dat ondanks toenemende ontberingen nergens op Java enig grootschalig verzet van de grond is gekomen. Dit terwijl op een bevolking van 45 miljoen het Japanse leger op Java (zoals na de oorlog bleek) vanaf medio 1942 slechts bestond uit twee brigades van elk vier bataljons, zwakke eenheden uit depots, aangevuld met een gering aan- tal marine-eenheden van beter allooi, totaal ca. 55.000 man. Opgemerkt moet worden dat de Indonesiërs in de Bersiap-tijd 1945-48 veel meer weerloze mannen, vrouwen en kinderen hebben gemarteld en gruwelijk vermoord dan de Kempei Tai tijdens de bezetting 1942-45: 10.000 Hollanders en Indo's, minstens 40.000 Chinezen, Ambonnezen, Menadonezen, andere christelijke inheemsen. Waarvan akte. Overigens zijn in de periode 1942-45 minstens een miljoen inheemsen vanwege door wanbeleid veroor- zaakte honger en ziektes om het leven gekomen, onder hen vele door de Japanners geronselde koelies. Betjak: driewielige fietstaxi voor twee passagiers. Ze waren er al voor de oorlog en bestaan nog steeds. Sommige waren gemotoriseerd. Mevrouw van den Bergh en Robbie bivakkeerden in de benedenstad. Station Pontjol: Semarang had meerdere stations, elk van een verschillende spoorwegmaatschappij. Een ander station was Tawang. Tawang had twee spoorbreedtes waaronder 'breedspoor'voor de belangrijke verbinding met Djocja en Solo. Het 'suikerlijntje' Semarang (Pontjol)-Weleri-Pekalongan was oorspron- kelijk een 1067 mm stoomtrambaan, in 1942 niet meer van gewoon spoor te onderscheiden. 1942 Spoorlijn Semarang-Kendal-Weleri-Pekalongan-Cheribon-Batavia Jappenkamp op Java voor vrouwen en kinderen 1944 Creatie datum : 14/03/2008 @ 08:26 Reacties op dit verhaal
| Zoeken
Bezoekers 01-01-2008
1277384 Bezoekers 4 Bezoekers online TopArtikelen
|