Uw Indisch verhaal, hoorspel of luisterboek op Internet.

http://www.semarang.nl/verhaal/

Semarang 3 (Levert-van der Mijll Dekker, Els)

Semarang - deel 3

17 mei 1942

Flip komt vrij en staat opeens voor ons.

Vanaf hier heeft het dagboek een hiaat.
Voor zover bewerker zich herinnert zijn er najaar 1942 Japanners gekomen en moest het huis van Hildy Giesberger binnen acht uur worden ontruimd.
Nog in aanwezigheid van de vrouwen en kinderen werden alle aanwezige boeken enz.
(inclusief een in bewaring gegeven enorm grote postzegelverzameling) door Japanse soldaten in de tuin verbrand.
Kick had grote spijt dat hij drie handzame kleine doublettenboekjes met zegels niet tijdig had kunnen rampokken want de Levert-bagage werd niet onderzocht.
De Giesbergers vertrokken naar Malang, Els Levert en de kinderen vonden onderdak in het Raden Kartini instituut op Tjandi, een opleidingsinternaat voor adellijke Indonesische meisjes.
Dat prachtig gelegen complex was gesloten maar nog door enkele stafleden bewoond.
Voor de verhuizing had de Japanse officier goedgunstig zijn vrachtauto beschikbaar gesteld.
Bewerker herinnert zich dat hij zittend in de vrachtauto die de heuvels van Tjandi afdaalde zijn klasgenoot zag, de 12-jarige Chinese jongen Liem.
Deze was in smetteloos rijkostuum gekleed en bereed een glanzend Australisch paard dat stapvoets de heuvel opliep.
Liem, telg van de miljonairsfamilie en vroeger naast Kick in de bank gezeten in de 5e klas op de Heuvelschool, deed natuurlijk net of hij niets zag.
(Liem = Djie Ting Siang? Bewerker betwijfelt dat).
Op het Kartini-instituut hebben we Sinterklaas en Kerst gevierd waar Flip voor uit Siloewok is overgekomen: bescheiden bijeenkomsten in familiekring met zelfgemaakte cadeautjes.
Intussen had tante Do Ravesteyn zich weer bij de Leverts gevoegd.
Ze helpt de kleine kinderen verzorgen.

Intussen zijn de eerste Semarangse vrouwenkampen opgericht: Lampersari-Sompok en Halmahera.
De eerste Lampersari-bewoners zijn 'have-nots' uit de streek en een groep dames uit Madioen en Sarangan, de laatste meest BPM-gezinnen, uit de Buitengewesten geëvacueerd.
Lampersari was in het begin een beschermde woon-wijk met vrije toegang , later werd het een echt vrouwenkamp.
Halmahera I was oorspronkelijk bestemd voor de gezinnen van een klein aantal Europese 'Nippon-werkers'.

Korte tijd later - begin 1943 - wordt het Kartini instituut gevorderd door het Japanse leger: volgens bekend patroon moest het binnen een dag ontruimd worden.
De Leverts vinden tezamen met andere Europese vrouwen en kinderen (waaronder een Duitse met haar 10-jarige dochter) onderdak in een voormalig pension in de benedenstad.
Het is een 19e-eeuws Indisch , binnen nogal donker huis met witgekalkte muren, marmeren vloer en piepklein voortuintje achter een muurtje aan een drukke straat.
Meubels staan er nauwelijks.
De verhuizing vindt plaats met dogkars, betjaks en een grobak (ossekar): bedden, bultzakken, fietsen en handbagage.

Het verblijf in de benedenstad was kort.
De in het huis bijeengepakte vrouwen en kinderen, dertig in getal, durven nauwelijks de straat op.
Europeanen zijn uit het straatbeeld verdwenen.
Overal zijn wegversperringen met schildwachten waarvoor diep moet worden gebogen op straffe van mishandeling.
Ook zijn er onverwachte huiszoekingen en identiteitscontroles door de inheemse politie.
Op straat slenteren groepen opgeschoten inheemse jongeren die nieuwsgierig naar binnen kijken.
Nergens in de buurt wonen andere Europeanen: de buren zijn Chinezen die zich uit angst afzijdig houden.
Om de achtertuin - meer een kleine stenen binnenplaats - staat gelukkig een ouderwetse hoge stenen muur die inkijk bemoeilijkt maar verklikkers de kans geeft om van nabij gesprekken af te luisteren.
Zo nu en dan komt een inheems koerier uit Siloewok met berichten.
Te eten is er nog voldoende.
Helaas: de prijzen stijgen en de eigen financiën slinken.

Het gaat de bevolking slecht maar de Japanse propaganda is er door voortdurend toeteren op de radio en in de krant in geslaagd de schuld te geven aan Hollandse 'subversieve elementen' en hun handlangers, de Engelse en Amerikaanse vijanden.
Dreigementen en beschuldigingen staan elke dag in het Maleis in de gelijkgeschakelde kranten.
Brieven schrijven en ontvangen is er voor Europeanen niet meer bij.
Vanaf mei 1942 zijn de radio's geregistreerd , hun kortegolf band verzegeld.
Radio's van Europeanen worden direkt in beslag genomen.
In Augustus moet het laatste Ned.
Indische geld tegen een ongunstige koers omgewisseld worden tegen Japans invasiegeld: bankbiljetten met tekst 'De Japansche Regeering betaalt aan toonder...
' Overal worden Hollandse straat- en plaatsnamen veranderd.
Radio Bandoeng staakt de uitzendingen in het Nederlands, in de paar goed-gekeurde en gelijkgeschakelde kranten wordt al maanden geen Nederlands meer gebruikt.
Nog vrije Europeanen proberen een vrijgeleide met Japanse tekens te krijgen om te tonen als men op straat wordt aangehouden.
Maar op sommige staat geschreven: 'Drager dezes vraagt eerbiedig om een pak slaag'.