Verhalen door:

Sluiten Eijgelsheim Eric

Sluiten Geugten J.E. van der

Sluiten Groot, Kees

Sluiten Hofwijk J.W.

Sluiten Indonesië

Sluiten Jonge, Jaap de

Sluiten Kol, van H.

Sluiten Kuin, Herbert

Sluiten Levert-van der Mijll Dekker, Els

Sluiten Melati van Java

Sluiten Nuhoff, Betsie

Sluiten Numans, Mary

Sluiten Pieters, Lody

Sluiten Putten, Krijn van

Sluiten Renesse, Lucie van

Sluiten Tebbenhoff H.

Sluiten Velleman, Luwi

Sluiten Verschuren, Naomi

Hoorspel / Luisterboek

Sluiten Documentaire films

Sluiten Spoorloos

Sluiten Verhalen in Pètjoh

Sluiten Boomsma, Graa

Sluiten Brooshooft. P (Toneel)

Sluiten Daum P.A.

Sluiten Dijk Ko van

Sluiten Hella Haasse

Sluiten Keuls, Hans

Sluiten Louis Couperus

Sluiten Mark Loman

Sluiten Multatuli

Sluiten Olaf J. De Landell

Sluiten Pramoedya Ananta Toer

Sluiten Soer Josephine

Sluiten Székely-Lulofs M.H.

Sluiten x - MP3 Software

Pieters, Lody - Jan (9 jaar)

Lees voor met webReader

Jan (9 jaar)

Jan wordt door de Javaanse bedienden sinjo bisoe genoemd, omdat ze denken dat hij doofstom is. Hij communiceert het liefst met gebarentaal. Praten doet Jan pas sinds hij een jaar of 6 is. Eigenlijk na het uitbreken van de oorlog. Maar hij praat niet graag over de oorlog. Hij denkt er wel vaak aan. Bijvoorbeeld als 's nachts uren wakker ligt op de stenen vloer van de gevangenis. Slapen lukt niet zo goed, want zijn 'bed' is hard en vuil. En het is heet met zoveel mensen in één ruimte. Soms mag hij 's nachts met zijn moeder mee in een becak (fietstaxi) naar huis om zijn hond te verzorgen.

Becak

Die is thuis achtergebleven bij de bedienden om het huis te bewaken. Op een keer treft hij zijn hond onder het bloed aan. Hij is zwaar mishandeld, waarschijnlijk op straat door pemuda's. De bedienden hebben niet naar hem omgekeken. Jan smeekt Mammie om de hond te mogen meenemen. Hij kan hem toch niet zo achterlaten? Mammie vindt het goed, dat hij hem - verstopt onder kussens - meeneemt in de becak. Naar de gevangenis waar hij de hond zo goed mogelijk verzorgt.

De opstand breidt zich snel uit. De komst van het Nederlandse leger laat lang op zich wachten. In de gevangenis zitten honderden vluchtelingen, merendeels Indo's. Het eten dat ze krijgen, komt uit de gevangeniskeuken. Maar met zoveel mensen is dat eten in een week op. Het klooster waar de vluchtelingen dan naartoe worden gebracht, was tijdens de oorlog al een interneringskamp voor Nederlanders. Langs een lange open galerij liggen de klaslokalen, waar de vluchtelingen worden ondergebracht. De meisjes en kleine kinderen mogen bij hun moeder blijven. Jan komt in een jongenslokaal. Slapen doen ze weer op de grond, weer zonder beddengoed. Toiletten en douches zijn er wel, maar lang niet genoeg voor zoveel mensen. Hoe lang ze daar moeten zitten? Niemand weet het. Iedereen wacht. Wekenlang. Waarop weten ze niet. Het klooster ligt aan een van de hoofdstraten van Semarang. Regelmatig hoort Jan het lawaai en geschreeuw van demonstraties en rellen. Maar hij voelt zich hier wel veilig. Japanse militairen bewaken de poorten. Op een dag is het allemaal voorbij. Er lopen donkere soldaten met tulbanden op door de gangen. Dat blijken Engelse Gurkah's te zijn.

Engelse Gurkah Soldaat

Ze lopen van lokaal naar lokaal om te vertellen dat iedereen veilig naar huis kan. Het Engelse leger heeft de opstand van de Javanen neergeslagen. De rebellen hebben zich overgegeven. De rust lijkt te zijn weergekeerd.

Mammie wil met de kinderen niet meer terug naar het oude huis. Te veel herinneringen, zegt ze. Samen met Kroes gaat ze langs leegstaande huizen op Sompok en Lampersari om een geschikt huis te zoeken. De huizen zijn daar groot en hebben een groot erf. Sinds het begin van de oorlog staan ze leeg, verlaten door hun Nederlandse eigenaren. Mammie en Kroes kiezen een mooi huis uit op Sompok. Het is vrijstaand en heeft een tuin met een grote mangaboom. Er is genoeg ruimte voor het gezin met 10 kinderen. En in het achterhuis kunnen de bedienden wonen. Jan is blij dat het gezin weer herenigd is en dat ze nu weer een 'eigen' huis hebben. Maar het is een huis zonder Pappie. Jan heeft hem tijdens de vlucht zo ontzettend gemist, hun sterke vrolijke vader. Om hem heen ziet hij steeds meer vaders terugkomen uit de oorlog. Elke dag hoopt hij dat Pappie lachend om de hoek van de straat komt lopen



Creatie datum : 15/06/2009 @ 22:34
Laatste wijziging : 12/11/2010 @ 01:13
Categorie : Pieters, Lody
Pagina gelezen 7728 keren


Print preview Print preview     Print deze pagina Print deze pagina

Reacties op dit verhaal


Reactie #1 

Door: Derk op 01/06/2018 @ 15:22

Het plaatje lijkt niet op een Gurkha, (spelling!) maar op een Sikh soldaat. Gurkha's kwamen en komen uit Nepal. De Sikhs uit India. Beide groepen werden door de Britten in Indië / Indonesië ingezet.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gurkha

Share
Zoeken




Bezoekers 01-01-2008

 1227994 Bezoekers

 7 Bezoekers online

TopArtikelen
^ Boven ^