Welkom  Links  Gastenboek  Forum
Operatie Product

Lees voor met webReader

Operatie Product.
(eerste pol. Actie).

   Het oude dievenwerk wordt weer ter hand genomen! Minister-president Beel op 20 juli 1947: “Er komt een punt dat lankmoedigheid ophoudt een deugd te zijn.”

   De eerste politionele actie gaat beginnen. Gelijk om twaalf uur midden in de nacht. Het is als de uittocht van Egypte! Alles en iedereen loopt zich te barste om er bij te zijn. Zelfs de drukkers met de slechte onderstellen. De militaire hospitalen stromen leeg en behoorlijk zieke jongens en verse operatie patiënten proberen aan de radeloze artsen te ontsnappen. Het geeft niet wat er gaat gebeuren, er is eindelijk weer wat te beleven, weg uit die overvolle smerige stinkstad! Lange colonnes zoeken hun plaatsen op en de afdelingen Veld knallen het ene na het andere trommelvuur de wijde wereld in. De mannen in de mortierstellingen krijgen de bommen niet aangegooid, een stuk of zes in de lucht voor de eerste op de grond ploft, jongens zet’m op!

   Hoe wonderlijk is de mens, het  lompe soldatenvolk is overal voor te porren. Tegen alle beter weten in, zelf een paar gruwelijke oorlogsjaren overleefd en dan nog  optrekken tegen een volk dat na eeuwen van onderdrukking een kansje ziet om vrij te komen. Met honderdduizend man gelijk in alle leugenachtige  vallen van een stel zwendelaars gelopen! Op een stinkschuit gezet, aan land geflikkerd en dan nog zo hard rennen als je maar kan, en echt raak en alles verrot schieten, geeft niet wat! Iedereen zwaar bepakt en opgezakt, eigen wapen, driehonderd patronen, vier handgranaten, of twee mortierbommen, of twee magazijnen voor de Bren. En alle troep om een dag te eten en een liter drinken en een trui en een zeiltje om ’s nachts niet te verrekken van de regen en de kou! Sommige fanatiekelingen hebben klaargemaakte springladingen van een stuk of zes dynamietpatronen en de nodige slaghoedjes en lonten in dat rare pukkeltasje op de rug! Wandelende tijdbommen! Schreeuwen, brullen en vloeken als een stel wildemannen als er maar even poep aan de knikker is. Alles opblazen waar je maar last van kan hebben! Dwars over en door alles langs. Sommige onderdelen van het Knil raken door het dolle heen, vooral die met de mooie namen, Gadjah Merah en Andjing Nica. Blijven soms een paar dagen spoorloos en duiken pas weer op als alle munitie verschoten en de klewangs grondig bijgeslepen moeten worden.  De 3e TNI Diponegoro en de 4e Senopati  brigades worden in een paar dagen volledig onder de voet gelopen. Overal schoenen en sandalen van de vrijheidsstrijders, ze moeten op de blote voetjes verder, maar dat zijn ze als kind al gewend. Krijn en zijn vijf maten zijn bij de Brigade Staf ingedeeld. Ze mogen een handje meehelpen en de hoge bazen beschermen en oppassen dat er geen vervelende dingen met die mannen gebeuren!  Overal een rot herrie van de Stoottroepen en de Limburgers en de Luftwaffe kan ook nog een paar keer een kunstje vertonen. En alles staat in de hens, het brandt, rookt en stinkt als de klere! Verschroeide aarde! Het ergst is de gore rot stank als er mensen verbranden. Sommige KNIL-onderdelen stoken graag lijken, hoe groter de stapel hoe mooier de fik. Vooral de Ambonnezen vinden het geweldig en dwingen de achtergebleven sukkels in de kampongs de lijken aan te voeren en op een hoop te gooien. Alles om de Moslims te vernederen, ze moeten hun eigen familie  opstoken.

   Niemand weet of  beseft dat een goede honderd jaar geleden er net zoiets is gebeurd. Hier in dezelfde streken, tussen dezelfde kalies en bergen. De Javaanse   oorlog van 1825-1830. De Javaanse Prins Diponegoro was in die jaren de grote boeman voor de Hollandse onderdrukkers. De Diponegoro Brigade is naar deze nationale held genoemd. Het aantal slachtoffers liep toen ook in de tienduizenden.

   Half in de middag wordt het rustig en dan gebeurt het meest ongelooflijke. De Staf vindt  dat het voor vandaag wel mooi genoeg is geweest, de opmars wordt gestaakt en alle onderdelen moeten maar blijven waar ze zijn en zorgen dat ze de nacht rustig doorkomen. Heel de Staf en de aanhang stapt op de wagens en rijden de twintig veroverde kilometers terug naar de stad, badderen en eten, twee liter koud Anker bier  en lekker vroeg naar het mandje! Sommige harde jongens pikken nog even een bioscoopje of drinken wat in de Tijger Bar!

   De volgende dag is het weer feest. Overal brandt het, rotzooi op de wegen en het vlot niet meer zo best als de eerste dag. Een opgeblazen brug moet met Baileymateriaal hersteld worden en dat kost veel tijd. Af en toe wat tegenstand en Krijn en z’n maten krijgen hun vuurdoop. Vergeleken met de heisa bij de Reichsbahn mag het geen naam hebben, maar toch. Hier gaat het heel stiekem. Een paar kilometer terug rijden om achter in de colonne wat voor de baas op te halen en er vallen een paar schoten. Reserve band lek en een paar gaten in een bumper. Hard doorrijden is het beste, of dat altijd werkt is de vraag. Later in de middag krijgen de Stoottroepen behoorlijk tegenstand en gebeuren er een paar vervelende dingen. Gewonden door een landmijn, een ongeluk met een Brencarrier en een raar incident met een uit elkaar klappend 3inch mortier. De eerste dooie maten gaan dezelfde dag nog met een mooi woordje van de lieverheersbeestjes de grond in en de compiescommandant is blij met de van te voren al klaargemaakte standaardbriefjes voor de familie en vriendinnen.

   Een afdeling Veld dekt de hele sector af  en het inleidingsvuur valt heel akelig dichtbij, geen gewonden, maar leuk is anders! Deze nacht niet uit de kleren en geen flessen Anker bier. Slapen in de laadbak van een wagen en een paar uur op wacht. Het blijft onrustig, geregeld schietpartijen en je ziet tientallen branden in de omgeving.

   Terwijl het hele leger in een opgewonden staat aan de opmars en de bevrijding van de rijke wingewesten bezig is, komen Krijn en z’n maten  in aanraking met een stuk of tien lui die er wel heel vreemd bij lopen. Het zijn gasten uit Holland van de  Staf TBrigade en voor hen gelden aparte consignes! Niet meer dan twee man op dezelfde wagen. Nooit zonder bescherming laten en de heren op alle mogelijke manieren uit de wind houden. En ze hebben alles te vertellen en er moet precies gedaan worden wat ze willen en ze mogen overal aan en bij komen. Alleen tegenspreken en ergens vandaan houden als het te gevaarlijk voor ze is. Heel netjes en onwennig in de uniformen, alles er op en er aan, allemaal eerste luitenant of kapitein als ze wat ouder zijn en de baas is een majoor. Alleen de majoor en een kapitein weten zich te bewegen in de militaire wereld, de rest krijgt een stoomcursus keurig volgens de regels melden en  saluut beantwoorden en dat ze maar beter de luxe Baretta in het tasje kunnen laten zitten! Het hele circus is met een KLM Constellation vanuit het vaderland  in een paar dagen overgevlogen. Ze hebben het direct al vreselijk druk. Adrie haalt op het Staf Depot een zo goed als nieuwe Beep op en de aap komt al gauw uit de mouw. De Heren zijn zogenaamd van de NEFIS, de ‘Netherlands Forces Intelligence Service,’ de griezelige en kleverige inlichtingendienst van het leger. Een instelling opgericht om engerds van het soort zoals dikke Arie en die hufter van een Jan-Willem, waarvan de vader dat achterbakse kantoor heeft, aan een makkelijk baantje te helpen. Die stukken onbenul fungeren  alleen maar als camouflage! Je hebt er ‘stiff upperlip’ en een ‘hot potatoe’ voor nodig  plus de nodige rélaties. De echte mannen, die het vuile werk doen, blijven altijd onzichtbaar en gaan zeer subtiel te werk. Zijn al lang verdwenen als de klus gedaan is. Het zijn lieden die erg goed naar de leren jassen en slappe hoeden van de SD hebben gekeken. Daar kunnen later een paar jongens over mee praten!
Het NEFIS gedoe is in dit geval  maar schijn. Het zijn lui van de Club van Olieboeren,  knechtjes  van de  bonzen van de oude Cultuurmaatschappijen, een paar planters uit de goeie ouwe tijd, wat handlangers van vaderlandse banken (van het type dat later overal de boel belazert, de zogenaamde ‘projectontwikkelaars’ met van die griezelige koffertjes) en zelfs een rasechte Chinees, natuurlijk met een Hollandse universitaire opleiding De laatste is een vertegenwoordiger van de Familie Oen, reeds een paar geslachten lang bezitters van het meerderheidsbelang in  de enorme multi-national suiker-congsi en megamiljonairs. Het vermogen van de familie Oen is onmeetbaar en absoluut het grootste van Z.O.Azie. Ze zijn altijd de beste maatjes met de lui die met een geweer het dichtst in de buurt zijn en verstaan de Chinese kunst om overal doorheen te rollen en overal beter van te worden! Ze waren zelfs in staat om de Jappen op alle mogelijke manieren te belazeren en van alle kanten op te lichten!

 
 De heren hebben nergens gebrek aan en alles bij de hand. Kisten vol met kantoorspulletjes, echte Leica fototoestellen, verrekijkers van de U-Boote en volop te roken en te drinken.

   Adrie en Krijn weten zich te gedragen.  Net als bij de Reichsbahn is het vreselijk belangrijk om je absoluut onmisbaar te maken en dat lukt door alle verworven kundigheden wonderwel. Met de  totok onbeholpenheid van de heren is het vlug gedaan. Het zijn een stel uitgekookte jongens van het soort vlugge ‘rechtskundige’ en soortgelijke oplichters, die er voor geleerd hebben om alles en iedereen in te pakken en ze weten waar voor ze gekomen zijn! Eerst naar de haven, foto’s maken van alles wat er is en Krijn is de hele avond bezig om de rapporten van meneer de G. uit te tikken. Die meneer zal later nog heel rijk en erg beroemd worden met  uit het zeewater vissen van allerlei rotzooi met heel grote kranen op een  zeewaardige en zelfvarende dekschuit, en één van zijn jongens zal nog veel meer wereldberoemd worden met het international levensgevaarlijk klussen in heel diep steenkoud zout water waar een luchtje aan zit! De volgende dagen van suikerfabriek naar afgebrande plantage en van de ene  koffietuin naar de andere rubberboom. Alles in het kader van Operatie Produkt!

   Uit een officieel rapport: ”De marsroute van het leger was gericht op het terugwinnen van de gebieden die economisch belangrijk waren.”

 De militaire opmars had dan ook veel weg van een tocht van suikerfabriek naar suikerfabriek.
   Krijn begint door te krijgen wat er aan de hand is. De heren hebben het voorzien op de ondernemingen die nog behoorlijk in orde zijn en gemakkelijk in productie kunnen worden genomen. Vooral de rubber staat in de belangstelling en daarna de klapperolie. Dat is makkelijk spul en over de hele wereld vlot te verkopen voor goed geld. Ogen en oren open houden en het is ongelooflijk hoe er met de officieren die de akties leiden gekonkeld wordt. Eerst de gebieden veilig stellen die goede verbindingen hebben, dus weinig bruggen of andere dingen, die een te gemakkelijk doelwit zijn voor saboteurs. Wordt het gebied te groot en de verbindingen te lang, dan zijn er stom genoeg te weinig soldaten om alles te beveiligen. Het eerst komen de ondernemingen aan de beurt die voldoende ruimte hebben om een peloton of wellicht een hele compie te kunnen herbergen. De Brigade bedient de heren op hun wenken en Jan Soldaat loopt de benen uit zijn reet om de  ‘Orde en Vrede’ brengers overal heen te slepen!

   Het wordt tijd om Leo op te laten draven. De situatie begint voor Krijn en Adrie een beetje te ingewikkeld te worden en het overzicht in de lopende zaken wordt minder duidelijk . Voor een paar handige jongens moet er toch ook wel wat op over kunnen schieten!

   Meneer de G. wordt te hulp geroepen om Leo bij de club te halen en dat gaat als vanzelfsprekend! Alles moet kunnen voor de mannen van de handelsmissie. En alles kan.

    Het wordt al snel rustig na de aktie, met drie wagens in konvooi mag overdag overal door het bevrijde gebied worden gereden. ‘s Morgens even wachten tot de wegpatrouilles het sein alles veilig hebben gegeven.

   Het wordt een privé legertje. Bij het depot een Bren met twaalf magazijnen, drieduizend patronen en twee kistjes handgranaten en voor alle zekerheid twaalf dynamietpatronen met bijbehorend garnituur.  Drie maten met een mooie wagen en met geen mens wat te maken! Meneer de G. en zijn adjunct worden op hun wenken bediend. Worden als vorsten van de ene suikerfabriek naar de andere slaolie perserij gereden en overal komt het oude personeel opdraven. Meneer de G. werkt zich te pletter, zijn adjunct zweet etter en bloed en na een paar weken komt er al een schip uit Singapore met troep om een oliefabriek aan het draaien te krijgen.

   Na een paar dagen zoeken heeft meneer de G. een beste stek gevonden. Een oliefabriek die mooi heel is gebleven, goed te bereiken  en met genoeg ruimte in een paar bijgebouwen voor een hele compie. En volop klappertuinen in de buurt. Het eerste van de Amsterdammers maakt kwartier en de jongens zijn dik tevreden, mooi gebied, rustig en lekker koel tussen de tjotjes. Ondersteuning van een batterij Veld in de buurt. Even bellen om de coördinaten door te geven en de bestelling komt per luchtpost precies waar je hem hebben wil!

   Krijn en zijn maten genieten op de mooie plantage, af en toe een ritje met meneer de G. in de buurt, naar Semarang  en zelfs al een keer met een konvooi mee naar Tegal. In de kost bij de eerste Compie van de Amsterdammers en die eten er goed van! Leo haalt een paar meiden uit de kampong voor de was, maar dat valt tegen. Wat een scharminkels, mager en een beetje viezig. Het lijkt wel of ze schurft hebben! De volgende dag komt een medische groep op bezoek en Leo laat de dokter naar de meiden kijken. Een flinke bus zalf en een paar doosjes pillen en verder de raad om ze voorlopig alleen maar goed te laten eten en niet al te hard aan het werk te zetten. Dat helpt perfect en ze knappen met de dag op! Uit Semarang brengt Leo een stapel textiel mee van een duistere rélatie en de meiden worden netjes aangekleed.
 
   Een oude mandoer van de fabriek ziet kans om een zware dieselmotor met waterpomp aan de praat te krijgen met wat spullen van meneer de G. en het grote zwembad is in een paar dagen vol met kristal helder steenkoud bronwater! Na een week is het warm genoeg om zonder gevaar van een hartstilstand lekker te zwemmen!

   Het is te mooi om lang te duren. Zwervende bendes maken de buurt onveilig en regelmatig is er gelazer op de weg naar de andere buitenpost. Af en toe een schot van een sniper, bomen over de weg en een klap van een Japanse landmijn. Dat betekent extra wachtposten en veel patrouilles. Twee keer in de week meelopen met de Amsterdammers en Krijn  mag zijn eigen Bren meenemen en de jongste van de sectie speelt voor helper. Krijn loopt uit principe altijd op de staart. Volgens het gezonde verstand is de vijand beter te vertrouwen dan je eigen volk!

Bij de derde nachtpatrouille gaat het op een haar na helemaal mis. De pelotonsluitenant laat in het maanlicht een open veldje oversteken om een stuk af te snijden. Weer dat rare vreemde gevoel en alles wordt even steenkoud en stikdonker om Krijn heen. Hij pakt Jantje beet en samen vlug aan de andere kant van het veldje een kleine hoogte op. Recht beneden een salvo van een Japanse mitrailleur en de nieuwbakken Brenschutter laat een half magazijn leeglopen.  Jantje flikkert er nog twee handgranaten achteraan.

   Het peloton heeft van de schrik geen schot gelost, de schutter op blote voeten heeft hoog over geschoten. Een zoektocht in de omgeving levert niets op, die lui trappen even wat rotzooi en een uur later zijn ze al kilometers verder. Eigenlijk weinig om je dik over te maken, het loopt bijna altijd goed af.   Op die éne keer na dan. Daar zit het probleem dat steeds grotere vormen aan zal gaan nemen! Zoeken bij daglicht in het dalletje levert ook al weinig op, alleen maar de verschoten hulzen. De pelotonsluitenant is er helemaal niet vrolijk van en praat wel een uur met de compiescommandant als de troep weer terug in het kampement is. Krijn moet op rapport, weet zich de luitenant van het lijf te houden  en de kapitein vraagt later onder vier ogen of hij voorgoed bij hun wil blijven. Dank je de koekoek! Of het zo nog niet gek genoeg is!

    Overal is gebrek aan mensen. De afdeling Veld van Krijn is op eigen benen komen te staan door de overname van de volledige uitrusting van de ouwe Knil bonken. Helemaal afgepeigerd door de ellende van de laatste jaren en  de slechte tijd in de Vesting Semarang zijn ze voor een poosje naar huis gestuurd,  of afgedankt met een paar centen en een blikje aan een lintje. Het uitschot en de lui die altijd het smerigste werk hebben gedaan gaan de laan uit met de gebruikelijke schop onder de kont!

   Het goede leven met de maten op de Brigade Staf is afgelopen. Niks geen mooie Beep meer en meneer de G. is veel te hoog en veel te belangrijk geworden om zich nog met het geknoei op een gammele onderneming in te laten. Hij maakt het aanstaande feest op de oliefabriek nog mee en stuurt later een kaartje aan zijn oude helpers als hij met vakantie op Honu Lulu is.

   Krijn gaat met zijn maten terug naar de batterij en daar is het een beetje een saaie boel. Wacht en patrouille, maar ook leuke dingen, tochtjes in de bergen en veel zwemmen en volleyballen. Wachten op de tweede actie!



Creatie datum : 21/07/2008 @ 14:57
Laatste wijziging : 14/11/2010 @ 18:01
Categorie : Putten, Krijn van
Pagina gelezen 10054 keren

Reacties op dit verhaal

Er heeft nog niemand gereageerd.
Warning: count(): Parameter must be an array or an object that implements Countable in /var/www/vhosts/semarang.nl/httpdocs/verhaal/mobile/articles.php on line 110
up Boven up

Copyright ©  2008-2012
Niets op deze site mag worden gekopieerd of gebruikt, tenzij hiervoor uitdrukkelijke toestemming van de Webmaster en eventuele derde rechthebbenden is verkregen.
HOME
Uw verhaal - Your story
 

Site powered by GuppY - © 2004-2007 - CeCILL Free License