Verhalen door:

Sluiten Eijgelsheim Eric

Sluiten Geugten J.E. van der

Sluiten Groot, Kees

Sluiten Hofwijk J.W.

Sluiten Indonesië

Sluiten Jonge, Jaap de

Sluiten Kol, van H.

Sluiten Kuin, Herbert

Sluiten Levert-van der Mijll Dekker, Els

Sluiten Melati van Java

Sluiten Nuhoff, Betsie

Sluiten Numans, Mary

Sluiten Pieters, Lody

Sluiten Putten, Krijn van

Sluiten Renesse, Lucie van

Sluiten Tebbenhoff H.

Sluiten Velleman, Luwi

Sluiten Verschuren, Naomi

Hoorspel / Luisterboek

Sluiten Documentaire films

Sluiten Spoorloos

Sluiten Verhalen in Pètjoh

Sluiten Boomsma, Graa

Sluiten Brooshooft. P (Toneel)

Sluiten Daum P.A.

Sluiten Dijk Ko van

Sluiten Hella Haasse

Sluiten Keuls, Hans

Sluiten Louis Couperus

Sluiten Mark Loman

Sluiten Multatuli

Sluiten Olaf J. De Landell

Sluiten Pramoedya Ananta Toer

Sluiten Soer Josephine

Sluiten Székely-Lulofs M.H.

Sluiten x - MP3 Software

Nuhoff, Betsie - Troostmeisje - Semarang

Lees voor met webReader

Het verhaal van Betsie Nuhoff (85)
over haar tijd als troostmeisje in Semarang.

Altijd weer die klop op de deur.

‘Op een dag werd ik opgeroepen om voor de Jap te komen. Nietsvermoedend deed ik wat me werd gezegd. Mijn moeder en ik zaten toen anderhalve maand in een Japans kamp in Semarang. Samen met een groep andere vrouwen moest ik paraderen langs een groepje Japanse militairen dat ons helemaal bekeek en met elkaar beraadslaagde. Ik had geen flauw idee wat de bedoeling was. Drie keer werd ik opgeroepen en elke keer was de groep vrouwen kleiner. De laatste keer werd ik aangewezen, samen met nog een aantal andere vrouwen. Ze zeiden dat we in een fabriek zouden gaan werken. En dat geloofde ik.

We moesten ons koffertje pakken en werden met een busje naar een grote villa gebracht. Daar werden we in vier groepen verdeeld. Toen werd langzaam duidelijk dat we helemaal niet in een fabriek gingen werken, maar dat we naar een bordeel zouden worden gebracht. Sommige meisjes gingen naar een bordeel voor officieren. Ik had pech, ik kwam terecht in een bordeel voor soldaten, de slechtste tent die er was.

Ik was 22 jaar oud en nog maagd. Ik wist van niets, want je werd als meisje in Indië heel beschermd opgevoed. Ze moesten me echt uitleggen wat ik daar ging doen. In het bordeel waar ik terechtkwam, zaten ook een paar vrouwen vrijwillig. Die vertelden me dat ik naar bed moest met Japanse militairen. Ik hoorde wat ze zeiden, maar kon niet geloven dat dat meteen zou gebeuren.

Op 26 februari 1944 kwam ik in dat huis terecht. Het bordeel zou op 1 maart opengaan, maar voor die opening kwam nog even een groep hoge Japanse militairen langs. Die hebben ons een voor een verkracht. We waren compleet machteloos. Want wie zich verzette, kreeg een pak slaag. Ik ben toen helemaal over mijn toeren geweest. Ik denk dat ik in een soort shocktoestand ben geraakt, want er zitten gaten in mijn herinneringen. Het lijkt alsof het allemaal een droom is geweest, een nachtmerrie.

Op 1 maart kwamen de soldaten. Ik weet van de dingen die daarna gebeurden niet veel meer. Ik weet bijvoorbeeld niet eens meer wat we in dat bordeel te eten kregen. Ik weet nog wel dat we elke keer als we misbruikt waren, moesten irrigeren met een ontsmettingsmiddel. Dan zaten we soms met drie vrouwen tegelijk in de badkamer te spoelen.

Elke dag om zes uur ging het bordeel open. Dan kwamen er de hele avond lang soldaten. De een kwam maar voor korte tijd, de ander bleef een hele nacht. Ik denk dat ze verschillende entreebewijzen hadden. We kregen allemaal een Japanse naam. Die stond op de deur van ons kamertje. Een bed, een stoel, een wastafel – verder was er niets in het kamertje. Er zat niet eens een raam in. Ik werd Fujiko genoemd. Ze zeiden dat dat heilig betekende. Nou ja. Ik heette Betsie. Maar die naam was ik gewoon kwijt.

Samen huilden we, elke dag. We probeerden elkaar te troosten. Dan kropen we bij elkaar op de kamer, maar dan was er altijd weer die klop op de deur. Nu, meer dan zestig jaar later, schrik ik nog steeds heel erg als iemand onverwachts op de deur klopt. De vrouwen die vrijwillig in dat bordeel zaten, zeiden tegen ons: als je slim bent, neem je een vaste vriend, dan weet je wat je hebt. Maar daar moet je maar zin in hebben. Wij zaten daar onder dwang, wij wilden helemaal geen Japanse vriend.

Op een gegeven moment moesten we ’s zondags ook nog werken, in die grote villa waar we indertijd waren aangekomen. Daar zaten de hoge heren. In die villa heb ik het één keer meegemaakt dat iemand medelijden met mij kreeg, een officier. Ik heb heel lang met hem zitten praten, in een mengelmoes van Maleis en Engels. Ik heb hem verteld dat ik werd gedwongen en dat vond hij heel erg. Hij heeft verder niets met me gedaan en is gewoon weer weggegaan. Hij was een beschaafde man. Tja, die heb je ook. Maar de meeste klanten van het bordeel hadden totaal geen beschaving. Het was laag volk. Ze gingen hardhandig met ons om.

En toen, na tweeëneenhalve maand, hield het op. Plotseling werden we naar een kamp in Buitenzorg gebracht. Daar zag ik mijn moeder weer. Zij had al die tijd wel een vermoeden gehad over wat er met mij was gebeurd, maar haar vermoeden was nooit bevestigd. Gelukkig stond zij open voor mijn verhaal. Ik heb heel veel steun aan mijn moeder gehad. Andere meisjes hadden dat geluk niet: hun moeders wilden er gewoon niet over praten, klaar. In dat kamp in Buitenzorg eisten we dat we medisch zouden worden onderzocht, want we wilden toch weten of we niet wat hadden opgelopen. Dat onderzoek kwam er. Ik bleek gonorroe te hebben.

Na een half jaar werden mijn moeder en ik naar een kamp in Batavia gedeporteerd. De troostmeisjes en hun moeders kwamen in een afgescheiden gedeelte terecht, want niemand mocht weten dat ze verkracht waren. Ze probeerden ons steeds weg te houden van andere mensen, zodat we het niet zouden doorvertellen. De omstandigheden in dat kamp waren slecht. Als iemand werd gestraft, kreeg het hele kamp een dag lang geen eten en bij het minste of geringste vielen er klappen. Je mocht niet ziek zijn. Ik had geelzucht maar ik moest gewoon doorwerken in het ziekenhuis waar ik te werk was gesteld.

En toen liep de oorlog ten einde. We kregen onze vrijheid terug. Maar mijn vader en mijn jongste broer keerden niet terug uit het kamp waar ze hadden gezeten. Later heb ik gehoord dat ze onderweg naar huis waren, maar door Indonesiërs uit de trein zijn gehaald omdat ze Nederlands waren. We hebben hen nooit meer terug gezien. Ik hield heel veel van mijn vader. En hij van zijn dochter.

In 1946 ontmoette ik Jan. Hij zat als KNIL-militair bij de luchtmacht en kwam uit Den Haag. Hij was zes jaar ouder dan ik en heel sympathiek. Een goeie vent. Hij zei nooit nee als je hem wat vroeg. Toen het tussen ons serieus begon te worden, heb ik hem verteld wat er met mij was gebeurd. Ik dacht, als hij niets wil met een meisje dat zoiets heeft meegemaakt, kan het maar beter meteen over zijn. Maar hij was razend dat dat met mij was gebeurd. Hij had als krijgsgevangene aan de Birma-spoorlijn gewerkt en ook in Japanse steenkolenmijnen. Hij wist dus waartoe de Jap in staat was. Wij begrepen elkaar heel goed.

Mijn moeder en ik zijn tot april 1947 in Indië gebleven. Ze bleef maar wachten op bericht van mijn vader. Maar op een gegeven moment moest ze accepteren dat er nooit bericht zou komen. Toen zijn we terug naar Nederland gegaan, ook omdat mijn moeder vond dat dat beter was voor mij, om op te knappen. Ik had immers geelzucht gehad en was ondervoed geweest. Ik kende Nederland van verlofperiodes, maar toch moest ik vreselijk wennen. Indië was zo’n prachtig land vroeger en in Nederland was het zo verschrikkelijk koud. We kwamen bij een tante in huis, maar die tante heeft nooit geweten wat er met mij was gebeurd. We hebben de familie nooit iets gezegd. Ze wilden toch niet luisteren, want ze hadden het hier ook beroerd gehad. Je kon je maar beter een beetje rustig houden. Ik sprak er verder met niemand over. Uit schaamte.

Jan kwam in 1948 naar Nederland en toen zijn we getrouwd. We zijn tot zijn dood, nu zeven jaar geleden, bij elkaar gebleven. Met hem heb ik altijd goed kunnen praten. Dat geluk hadden niet al mijn lotgenotes. Ik ken vrouwen die het hun man nooit hebben verteld. Ze konden het gewoon niet over hun lippen krijgen. Door wat er in Semarang met me is gebeurd ben ik altijd een beetje afkerig van aanrakingen gebleven. Intimiteit was moeilijk voor me. Maar Jan had daar begrip voor.

We kregen vier kinderen. Ik heb hun mijn levensverhaal verteld toen ze tieners waren en ze hebben altijd met me meegeleefd. Ook nu weer, nu die Japanse premier heeft gezegd dat er geen bewijzen voor zijn dat wij gedwongen werden, bellen ze meteen op om te vragen hoe het met me is.

Als je zoiets meemaakt, dan houd je daar de rest van je leven last van. Ik geef mezelf niet te veel ruimte om na te denken. Ik sta vroeg op: om half zeven loop ik hier al rond. Want als ik in bed blijf liggen, vliegt alles me weer aan. Ik ben altijd bezig met lezen, cryptogrammen en sudoku’s oplossen, om mijn geest bezig te houden, want anders komt het op me af. Therapie? Nee, dat heb ik nooit gehad. Je had vroeger geen therapie. En in 1947 hadden ze in Nederland zelf net een oorlog achter de rug. Er was geen ruimte voor mijn verdriet.

Wat ik heb meegemaakt, zal altijd bij me blijven. Maar het zou zoveel schelen als er eindelijk eens een einde aan de ontkenning zou komen. Zo’n uitspraak van die premier rakelt zoveel op. Ik word dan weer overvallen door dat gevoel van machteloosheid dat ik toen had. Dat gevoel dat ik nergens meer recht op had. Maar die premier zegt zonder een spier te vertrekken dat er geen bewijzen zijn. En die kinderen, daar in Japan, die weten allemaal van niets.”

Opgetekend door Renate van der Zee
26 maart 2007,
Bron: http://www.stgdebrug.nl/Artikelen/Troost/Betsie.htm




Creatie datum : 25/11/2010 @ 11:33
Laatste wijziging : 25/11/2010 @ 11:33
Categorie : Nuhoff, Betsie
Pagina gelezen 8075 keren


Print preview Print preview     Print deze pagina Print deze pagina

Reacties op dit verhaal


Reactie #1 

Door: Licha op 11/02/2012 @ 11:21

Online shopping store offer a wide range of the latest style and quality strapless empire waist wedding gowns, flower waist wedding dresses at cheap prices.Fully lined for warmth and security, you'll feel at ease enough to simply forget your attire and run a bridesmaid's many important duties; that's, until you have to field a compliment or twelve. bridal dresses shops bridal dresses shops Within this dazzling satin strapless bridesmaid dresses affordable flower girl dresses affordable flower girl dresses, wedding dress gown china wedding dress gown china short evening dresses on sale short evening dresses on sale any bridesmaid in your bridal party will certainly cut a sensational figure that will not be soon forgotten, The remarkable high low hem tends to make walking in the most ambitious heels as natural as possible, Beaded embellishments in the waist catch the attention and add charisma, all while attracting the gaze right down to the high-low hem.

Share
Zoeken




Bezoekers 01-01-2008

 1229739 Bezoekers

 3 Bezoekers online

TopArtikelen
^ Boven ^